Inhoudsopgave
Advertenties
Accu
De tractor is uitgerust met een 12 V-accu, BCI-groep
34, met een minimaal koudestartvermogen van 660 A bij
-18 °C (0 °F).
Zorg dat de accuaansluitingen goed vastzitten en vrij van
corrosie zijn. Was de buitenzijde en aansluitingen van de
accu zo nodig met een oplossing van natriumbicarbonaat
en water. Zorg er echter voor dat de oplossing niet in de
accu komt. Was de accu na de reiniging met schoon water
en voorzie de polen vervolgens van een dun laagje vase-
line om corrosie te voorkomen.
Bij vorst moet de lading van een goede accu in stand blij-
ven. Als u de accu laat ontladen of leeglopen, wordt de
elektrolyt zwak en kan deze bevriezen. Dit kan tot bescha-
diging van de behuizing leiden.
Dynamo
De 50 A-dynamo van de tractor wordt aangedreven door
de krukasriemschijf van de motor. Het is belangrijk dat er
geen riemslip optreedt, omdat het laadsysteem dan wordt
aangetast. Zie 7-40 voor het afstellen van de riem.
Naast het afstellen van de riem bestaat het enige onder-
houd van de dynamo uit het periodiek inspecteren van de
klemmen om er zeker van te zijn dat deze schoon zijn en
goed vastzitten. De koelventilator van de dynamo dient
ook periodiek te worden gereinigd.
Tref de volgende voorzorgsmaatregelen bij het werken aan
of controleren van de dynamo, anders kan schade aan de
dynamo ontstaan:
• U mag ONDER GEEN BEDING de veldklem van de
dynamo kortsluiten naar de massa.
• De uitgangskabel of de accukabels van de dynamo
mogen niet worden ontkoppeld terwijl de dynamo in
bedrijf is.
• Verwijder de dynamo niet uit de tractor zonder eerst
de minkabel (-) van de accu los te maken. Bij het
verwijderen van de accu, koppelt u eerst de minka-
bel (-) los.
• Voor het installeren van een accu, MOET u ervoor
zorgen dat de pluskabel (+) eerst wordt aangeslo-
ten en dat de minpool is aangesloten op de massa.
Omgekeerde polariteit vernietigt de gelijkrichterdio-
den in de dynamo.
Als het waarschuwingslampje acculaden brandt, wat aan-
geeft dat de dynamo de accu niet oplaadt, controleert u de
V-snaar en de bedradingsaansluitingen. Als deze punten
in goede staat verkeren en het waarschuwingslampje blijft
niet opladen aangeven, dient u contact op te nemen met
uw New Holland-dealer.
7 - ONDERHOUD
7-42
1
93099357
1
93099361
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
