4. Controleer de kettinggeleider (2) op slijtage.
Als de diepte (3) van de kettinggeleider de
slijtagegrens bereikt, vraag dan uw dealer om
de kettinggeleider te vervangen.
Slijtagelimiet:
3 mm
(3)
(3)
(2) Kettinggeleider
(3) Diepte
(3)
(2)
5. Meet een gedeelte van de aandrijfketting om te
bepalen of de slijtagelimiet van de ketting is
overschreden. Verwijder de aandrijfketting en
meet de afstand tussen een serie kettingpennen
van penmidden tot penmidden. Als de afstand de
slijtagegrens overschrijdt, is de ketting versleten
en moet deze vernieuwd worden.
Nieuwe ketting:
508 mm
Slijtagelimiet:
518 mm
Meet een gedeelte van: 41 pennen.
77