5. Verwijder de luchtfilterhouder (6) uit het
luchtfilter (5).
6. Was het luchtfilter in een schoon, niet-
ontvlambaar oplosmiddel of in een oplosmiddel
met hoog ontvlammingspunt, en laat het goed
drogen.
Gebruik nooit benzine of oplosmiddelen met een
laag ontvlammingspunt voor het reinigen van het
luchtfilter. Dit zou brand of een ontploffing kunnen
veroorzaken.
7. Laat het luchtfilter in versnellingsbakolie (SAE
80 – 90) staan totdat het doordrenkt is met olie en
pers dan de overtollige olie eruit.
8. Monteer het luchtfilter en de houder aan elkaar.
Steek de lippen (7) in de gaten (8) van het
luchtfilter.
62
(8)
(5)
(6)
(5) Luchtfilter
(6) Luchtfilterhouder
(8)
(7)
(7) Lippen
(8) Gaten