MOTOROLIE
Het motoroliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil dagelijks voordat
u de motorfiets gebruikt.
De olievuldop/peilstok (1) zit achteraan op het
rechter carterdeksel, met deze peilstok kan het
oliepeil worden gemeten. Het oliepeil moet
altijd tussen het bovenste (2) en onderste (3)
peilstreepje op de olievuldop/peilstok staan.
1. Zet de motorfiets recht overeind op een stevige,
horizontale ondergrond.
2. Start de motor en laat deze 3 - 5 minuten
stationair draaien.
3. Zet de motor uit. Wacht 2 - 3 minuten, draai
de olievuldop/peilstok los, veeg de peilstok
schoon en plaats deze terug zonder de vuldop
vast te draaien. Verwijder de olievuldop/peilstok.
Het oliepeil moet tussen de bovenste en onderste
markering op de olievuldop/peilstok staan.
4. Vul indien nodig de voorgeschreven olie
(zie pagina 65) bij tot aan de bovenste
niveaustreep. Vul niet overmatig bij.
5. Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
Controleer op olielekkage.
Het laten lopen van de motor met onvoldoende olie
kan zware motorbeschadiging veroorzaken.
(1)
(1) Olievuldop/peilstok
(2) Bovenste markering
(3) Onderste markering
(2)
(3)
33