AANDRIJFKETTING
Zie de veiligheidsmaatregelen op pagina 55.
De levensduur van de aandrijfketting (1) is
afhankelijk van een goede smering en de juiste
afstelling. Bij slecht onderhoud kan slijtage al vroeg
intreden of raken de aandrijfketting en de tandwielen
beschadigd.
De aandrijfketting moet worden gecontroleerd
en gesmeerd tijdens de inspectie voor het rijden
(pagina 43). Vaker onderhoud is nodig als u de
motorfiets gebruikt onder zware
gebruiksomstandigheden of in een zeer stoffige
of modderige omgeving.
Inspecteren:
1. Zet de motor af, plaats de motorfiets op zijn
zijstandaard, en schakel de transmissie in
neutraal.
2. Controleer de speling in de onderste kettingloop
in het midden tussen de twee kettingwielen.
De speling van de aandrijfketting moet zo zijn
afgesteld dat deze met de hand verticaal kan
worden bewogen over een afstand van:
25 – 35 mm
76
3. Rol de motorfiets naar voren. Stop. Controleer
de speling van de aandrijfketting. Herhaal deze
procedure een aantal keer. De speling van de
aandrijfketting moet daarbij constant blijven. Als
de ketting alleen op bepaalde stukken slap staat,
zijn er schakels geknikt en bewegen deze stroef.
Stroefheid en knikken verhelpt u meestal door de
ketting te smeren.
Bij een te grote kettingspeling kan de aandrijfketting
de motorbehuizing beschadigen.
(1)
(1) Aandrijfketting