VONKENVANGER
Zie de veiligheidsmaatregelen op pagina 55.
De vonkenvanger van het uitlaatsysteem moet
regelmatig van koolaanslag worden gezuiverd
(zie het Onderhoudsschema, pagina 58).
Het uitlaatsysteem wordt zeer heet wanneer de motor
loopt en blijft nog een tijdje heet nadat de motor is
afgezet. Wacht tot het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens dit karwei uit te voeren.
(1)
(2)
(1) Bouten
(2) Vonkenvanger
(3)
(4)
(3) Pakking
(4) Uitlaatdemper
1. Verwijder de bouten (1), de vonkenvanger (2)
en de pakking (3) van de uitlaatdemper (4).
2. Gebruik een borstel om koolaanslag van het gaas
van de vonkenvanger (5) te verwijderen. Pas op
en zorg dat het gaas van de vonkenvanger niet
wordt beschadigd. De vonkenvanger mag geen
scheurtjes of gaten vertonen. Vervang als dat
nodig is. Controleer de pakking. Vervang als dat
nodig is.
3. Monteer de vonkenvanger en een nieuwe
pakking in de uitlaatdemper en zet de bouten
vast met het voorgeschreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment bout vonkenvanger:
10 N·m (1,0 kgf·m)
(5) Gaas vonkenvanger
(5)
75