36
Sleutels, portieren en ruiten
van elektronische gegevens en beta‐
ling van gelden moeten op deze plek‐
ken worden bevestigd. Anders is het
mogelijk dat gegevens over ongeval‐
len niet worden geregistreerd.
Stickers op de voorruit
Breng geen stickers, zoals tolvignet‐
ten of soortgelijke stickers, rondom
de binnenspiegel op de voorruit aan.
Anders kunnen de detectiezone van
de sensor en het zichtveld van de ca‐
mera in de spiegelbehuizing kleiner
worden.
Handbediende ruiten
De portierruiten zijn met de handslin‐
gers te bedienen.
Elektrisch bediende ruiten
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische ruitbediening.
Er bestaat verwondingsgevaar,
met name voor kinderen.
Als er achterin kinderen zitten,
moet u de kinderbeveiliging van
de elektrische ruitbediening in‐
schakelen.
Ruiten tijdens het sluiten goed in
de gaten houden. Ervoor zorgen
dat niets of niemand bekneld
raakt.
Schakel het contact in om de elek‐
trisch bediende ruiten te bedienen.
Vertraagde uitschakeling stroom
3 169.
Druk de schakelaar van de betref‐
fende ruit in om de ruit te openen of
trek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
Schakelaar een beetje indrukken of
uittrekken: de ruit gaat omhoog of om‐
laag zolang u de schakelaar bedient.
Knop zover mogelijk indrukken of uit‐
trekken en loslaten: ruit gaat automa‐
tisch omhoog of omlaag met geacti‐
veerde beveiligingsfunctie. U stopt de
ruit door de schakelaar nogmaals in
dezelfde richting te bedienen.
Beveiligingsfunctie
Stuit de ruit tijdens het automatisch
sluiten boven de middelste stand op
weerstand, dan stopt het sluiten on‐
middellijk en beweegt de ruit weer
omlaag.