U ziet de volgende instructies:
■ een waarschuwing wanneer u snel‐
ler rijdt dan 30 km/u,
■ het verzoek om te stoppen wan‐
neer een parkeerplek is gevonden,
■ de richting waarin u rijdt om in te
parkeren,
■ de stand van het stuurwiel tijdens
het inparkeren,
■ bij sommige instructies ziet u een
voortgangsbalk.
Wanneer het inparkeren is gelukt,
verschijnt het symbool eindpositie.
Als u niet binnen 10 meter stopt nadat
het systeem een parkeerplek heeft
voorgesteld, zoekt het systeem naar
een andere geschikte plek.
Aan de overkant parkeren
Het systeem is geconfigureerd om
naar parkeerplekken aan de passa‐
gierskant te zoeken. Om parkeerplek‐
ken aan de bestuurderszijde te vin‐
den, de richtingaanwijzer naar de be‐
stuurderszijde schakelen.
Weergaveprioriteit
Nadat u de geavanceerde parkeer‐
hulp hebt geactiveerd, verschijnt er
een bericht op het Driver Information
Rijden en bediening
Centre. De weergave van teksten met
een hogere prioriteit, zoals boordin‐
formatie 3 132, krijgt voorrang. Nadat
u hiermee akkoord bent gegaan door
op de knop SET/CLR te drukken, ke‐
ren de parkeerinstructies terug en
kunt u doorgaan met parkeren.
Deactivering
Het systeem wordt gedeactiveerd:
■ knop D ongeveer een seconde
indrukken
■ nadat het inparkeren is gelukt
■ wanneer u sneller rijdt dan
30 km/u
■ wanneer u de ontsteking uitscha‐
kelt
Wanneer u het systeem deactiveert
of wanneer het zichzelf deactiveert tij‐
dens het inparkeren, dan verschijnt
Parkeren gedeactiveerd op het Driver
Information Centre.
209