Druk op de knop E: de huidige in‐
stelling verschijnt op het Driver Infor‐
mation Center. Druk opnieuw op E
om de gevoeligheid van het systeem
te wijzigen. De instelling wordt ook
getoond in de bovenste regel van het
Driver Information Centre.
Let op: de instelling voor de gevoelig‐
heid van het alarm wordt gedeeld met
de afstand tot voorligger van de adap‐
tieve cruise control. Door de gevoe‐
ligheid van de waarschuwing te wijzi‐
gen, wordt dus ook de afstand tot
voorligger van de adaptieve cruise
control gewijzigd.
Rijden en bediening
De bestuurder alarmeren
Een groene controlelamp voorligger
gedetecteerd A licht op in de instru‐
mentengroep wanneer het systeem
een voorligger heeft geconstateerd.
Wanneer de afstand tot een voorlig‐
ger te kort wordt of wanneer u een
ander voertuig te snel nadert en er
een botsing dreigt, verschijnt het bot‐
singswaarschuwingssymbool op het
Driver Information Center. Tegelijker‐
tijd klinkt er een geluidssignaal.
Trap het rempedaal in als de situatie
dit vereist.
199