Voorzichtig
Gebruik van brandstof die niet vol‐
doet aan EN 228 of E DIN 51626-1
of soortgelijk, kan leiden tot neer‐
slag of motorschade en kan van
invloed zijn op de garantie.
Voorzichtig
Het gebruik van brandstof met een
te laag octaangetal kan ongecon‐
troleerde verbranding en daarmee
motorschade tot gevolg hebben.
Brandstof voor
dieselmotoren
Alleen dieselbrandstoffen gebruiken
die voldoen aan EN 590.
Landen buiten de Europese Unie ge‐
bruiken Euro-Diesel met een zwavel‐
concentratie onder 50 ppm.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof die niet vol‐
doet aan EN 590 of soortgelijk,
kan leiden tot een verminderd mo‐
torvermogen, meer slijtage of mo‐
torschade en kan van invloed zijn
op de garantie.
Gebruik geen scheepsdiesel, verwar‐
mingsolie, Aquazole en vergelijkbare
diesel-wateremulsies. Het is niet toe‐
gestaan om dieseloliën aan te lengen
met brandstoffen voor benzinemoto‐
ren.
Brandstof voor rijden op
LPG
Vloeibaar gas is bekend als LPG (Li‐
quefied Petroleum Gas) of onder de
Franse benaming GPL (Gaz de Pé‐
trole Liquéfié). LPG wordt ook wel Au‐
togas genoemd.
LPG bestaat voornamelijk uit propaan
en butaan. Afhankelijk van het aan‐
deel butaan ligt het octaangetal tus‐
Rijden en bediening
sen 105 en 115. LPG wordt vloeibaar
bij een druk van ongeveer 510 bar
opgeslagen.
Het kookpunt hangt af van de druk en
de mengverhouding. Bij omgevings‐
druk ligt dit tussen -42 °C (pure pro‐
paan) en -0,5 °C (pure butaan).
Voorzichtig
Het systeem werkt bij een omge‐
vingstemperatuur van ong. -8 °C
tot 100 °C.
Het LPG-systeem werkt uitsluitend
gegarandeerd goed op vloeibaar gas
dat aan de minimumvereisten van
DIN EN 589 voldoet.
219