Inhoudsopgave
Advertenties
48
Stoelen, veiligheidssystemen
= Bij de bevestiging van het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsveiligheidsgordel moet de stoelzitting in de
1
hoogste stand worden gezet. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gesp gespannen
is.
= Verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze groep de hoofdsteun achter 3 32.
2
* = Zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen.
** = Zet de passagiersstoel in de achterste stand. Zet de stoelzitting in hoogste stand en de hoofdsteun in de laagste
stand. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om te verzekeren dat de veiligheidsgordel van de auto van
het bovenste verankeringspunt vandaan naar voren loopt.
U = Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.
X = Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
Gewichtsklasse
Groep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaar
Maatklasse
Bevestiging
E
ISO/R1
E
ISO/R1
D
ISO/R2
C
ISO/R3
D
ISO/R2
C
ISO/R3
B
ISO/F2
B1
ISO/F2X
A
ISO/F3
Op passagiersstoel
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Op zitplaatsen achterin
IL*
IL*
X
X
X
X
IL, IUF**
IL, IUF**
IL, IUF**
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
