Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 113
Luchtroosters ............................. 121
Onderhoud ................................. 122
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur
■ Luchtdebiet
■ Luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 30.
Temperatuur
Rood = warm
Blauw = koud
Klimaatregeling
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Luchtverdeling
M = naar de hoofdruimte
L = naar de hoofd- en voeten‐
ruimte
K = naar de voetenruimte
J = naar de voorruit, de voorste zij‐
ruiten en de voetenruimte
l = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.
113