216
Klantinformatie
■ Reacties van de auto in bepaalde
rijsituaties (bv. afgaan van airbag,
activering van stabiliteitsregelsys‐
teem)
■ Omgevingsomstandigheden (bv.
temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die afgelegde
routes aangeven, kunnen niet met
deze gegevens worden gemaakt.
Als diensten worden gebruikt (bv. re‐
paraties, serviceprocessen, garantie‐
gevallen, kwaliteitsborging) kunnen
medewerkers van het servicenetwerk
(met inbegrip van de fabrikant) deze
technische informatie lezen in de ge‐
beurtenis- en foutgegevensopslag‐
modules waarbij speciale diagnosti‐
sche apparaten worden gebruikt. Zo
nodig ontvangt u verdere informatie
bij deze werkplaatsen. Nadat een fout
gecorrigeerd is, worden de gegevens
uit de foutopslagmodule verwijderd of
worden ze constant overschreven.
Bij gebruik van de auto kunnen zich
situaties voordoen waarin deze tech‐
nische gegevens die samenhangen
met andere informatie (rapport over
aanrijding, schade aan de auto, ver‐
klaring van getuigen enz.) in verband
kunnen worden gebracht met een
specifieke persoon - mogelijk met de
hulp van een expert.
Extra functies die contractueel zijn
overeengekomen met de klant (bv.
plaats van auto in noodgevallen) ma‐
ken de overdracht van bepaalde au‐
togegevens uit de auto mogelijk.
Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐
diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders
in de auto voor het openen van gara‐
gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt
deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.