Draai de sleutel even in stand 3 en
laat deze weer los: een automatische
regeling bedient de startmotor na een
kort interval totdat de motor draait. Zie
Automatische startmotorregeling.
Om de motor opnieuw te starten of
deze af te zetten, sleutel in het con‐
tactslot eerst terugdraaien naar
stand 0.
Tijdens een Autostop kan de motor
worden gestart door het koppelings‐
pedaal te bedienen.
De auto starten bij lage
temperaturen
De motor starten zonder extra ver‐
warmingselementen is mogelijk tot
-30 °C. Vereist wordt een motorolie
met de juiste viscositeit, de juiste
brandstof, uitgevoerd onderhoud en
een voldoende opgeladen accu.
Automatische
startmotorregeling
Deze functie regelt de startprocedure
van de motor. U hoeft de sleutel niet
in stand 3 vast te houden. Na de ac‐
tivering blijft het systeem automatisch
doorstarten tot de motor loopt. Van‐
wege de controleprocedure begint de
motor na een korte vertraging te lo‐
pen.
Mogelijke redenen voor het niet star‐
ten van de motor:
■ Koppelingspedaal niet ingetrapt
■ Time-out opgetreden
Turbomotor opwarmen
Bij het starten is het mogelijk dat het
beschikbare motorkoppel gedurende
een korte tijd beperkt is, vooral wan‐
neer de motor koud is. Deze beper‐
king is er om het smeersysteem de
motor volledig te laten beschermen.
Uitrol-brandstofafsluiter
De brandstoftoevoer wordt automa‐
tisch afgesloten bij overtoeren, d.w.z.
bij het tijdens het rijden loslaten van
het gaspedaal met een ingescha‐
kelde versnelling.
Rijden en bediening
Stop/Start-systeem
Het stop-startsysteem helpt brandstof
te besparen en uitlaatemissies te be‐
perken. Wanneer de omstandighe‐
den het toelaten, schakelt het de mo‐
tor uit van zodra de auto langzaam
rijdt of stilstaat, bijv. aan een ver‐
keerslicht of in een file. Het start de
motor automatisch zodra u het kop‐
pelingspedaal intrapt. Een accusen‐
sor zorgt ervoor dat een Autostop al‐
leen wordt uitgevoerd, als de accu
voldoende opgeladen is om opnieuw
te kunnen starten.
Activering
Het stop-startsysteem is beschikbaar
van zodra de motor is gestart, de auto
is vertrokken en er aan de hieronder
opgegeven omstandigheden is vol‐
daan.
125