Of accelereer tot de gewenste snel‐
heid en draai het stelwiel kort naar
SET/-: de huidige snelheid wordt als
snelheidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet verschijnt op het Driver In‐
formation Center.
Snelheidslimiet wijzigen
Als de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig door de weer‐
stand heen in te trappen.
De snelheidslimiet knippert in het Dri‐
ver Information Center en er klinkt te‐
gelijkertijd een geluissignaal.
Gaspedaal loslaten en de functie
snelheidsbegrenzing wordt na het be‐
reiken van een lagere snelheid dan
de snelheidslimiet opnieuw geacti‐
veerd.
Deactivering
Druk op de knop y: snelheidsbe‐
grenzer is gedeactiveerd en de snel‐
heid van de auto is niet meer be‐
grensd.
De snelheidslimiet wordt opgeslagen
en een bijbehorend bericht verschijnt
in het driver information center.
Snelheidslimiet hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+. De op‐
geslagen snelheidslimiet wordt be‐
reikt.
Rijden en bediening
Uitschakelen
Druk op de knop L, de snelheidsli‐
miet in het Driver Information Center
dooft. De opslagen snelheid wordt
gewist.
Door via de knop m de cruise control
te activeren of door het contact uit te
schakelen wordt de snelheidsbegren‐
zer ook gedeactiveerd en de opge‐
slagen snelheid gewist.
Parkeerhulp
Parkeerhulp achter
9 Waarschuwing
De bestuurder is geheel verant‐
woordelijk voor het inparkeren.
Controleer bij het achteruitrijden
en het gebruik van de parkeerhulp
achter de zone rondom de auto.
De parkeerhulp achter vereenvoudigt
het inparkeren door de afstand tus‐
sen de auto en eventuele obstakels
137