94
Verlichting
Interieurverlichting
Regelbare instrumenten-
verlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de
volgende lampen regelen:
instrumentenverlichting
infodisplay
verlichte schakelaars en bedie-
ningselementen
Aan het duimwiel
draaien totdat
de gewenste lichtsterkte
verkregen is.
Bij modellen met een lichtsensor
kan de helderheid alleen worden
versteld als de rijverlichting aan is
en de lichtsensor nachtzicht
registreert.
Binnenverlichting
De interieurverlichting vooraan
wordt bij het in- en uitstappen
vanzelf ingeschakeld en dooft met
enige vertraging.
Aanwijzing
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer-
verlichting automatisch aan.
Voorste interieurverlichting
Bedien de wipschakelaar:
1
: schakelt automatisch aan en uit.
indrukken: Aan.
indrukken: Uit.