Een voorwaarde is dat Personalise-
ring door de bestuurder moet geacti-
veerd zijn in de persoonlijke
instellingen van het grafisch
infodisplay.
Dit moet worden ingesteld voor elke
gebruikte sleutel.
Bij auto s die zijn uitgerust met een
kleureninfodisplay, is de personali-
satie permanent ingeschakeld.
Persoonlijke instellingen
Persoonlijke instellingen 0 83
Centrale vergrendeling
Portieren, bagageruimte ontgren-
delen en vergrendelen.
Aanwijzing
Bij een ongeval waarbij de airbags
of gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Ontgrendelen
0
.
ii
Druk
.
Om alleen het bestuurdersportier
te ontgrendelen, drukt u
eenmaal op
portieren en de bagageruimte te
ontgrendelen, drukt u tweemaal
op
of
druk één keer op
portieren en de bagageruimte te
ontgrendelen.
U kunt de instelling wijzigen in het
menu Instellingen op het infodisplay.
Sleutels, portieren en ruiten
. Om alle
.
om alle
Persoonlijke instellingen
Persoonlijke instellingen 0 83
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte sleutel.
Opgeslagen instellingen
Opgeslagen instellingen 0 20
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul-
klep sluiten.
Druk
.
Bij een niet goed gesloten bestuur-
dersportier werkt de centrale
vergrendeling niet.
21
0
.
ii
0
.
ii