152
Rijden en bedienen
Antiblokkeersysteem van
de remmen (ABS)
Het antiblokkeerremsysteem (ABS)
voorkomt dat de wielen blokkeren.
Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft
ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en
door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het
rempedaal tijdens het hele
remproces volledig intrappen,
ongeacht het tikken van het pedaal.
De druk op het rempedaal niet
verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het
systeem een zelftest uit die u
misschien kunt horen.
Controlelamp
. Waarschuwings-
lampje van het antiblokkeersysteem
van de remmen (ABS) 0 71
Adaptief remlicht
Bij volledig remmen knipperen alle
drie de remlichten gedurende de
ABS-regeling.
Storing
Bij een defect aan het ABS
kunnen de wielen bij krachtig
remmen de neiging hebben te
blokkeren. De voordelen van het
ABS vallen dan weg. De auto is
bij een noodstop mogelijk niet
meer bestuurbaar en kan
uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten
verhelpen.
.
ii
Waarschuwing
Parkeerrem
Waarschuwing
Handrem altijd zonder indrukken
van de ontgrendelingsknop stevig
aantrekken, op op- of aflopende
hellingen altijd zo stevig mogelijk.
Om de handrem los te zetten, de
handremhendel iets optillen, de
ontgrendelingsknop indrukken en
de hendel helemaal omlaag-
zetten.
(Vervolg)