Waarschuwing
(Vervolg)
Om minder kracht te hoeven
uitoefenen bij het aantrekken van
de handrem, tegelijkertijd het
rempedaal intrappen.
Zie Waarschuwingslamp rem- en
koppelingssysteem 0 71
.
ii
Remassistent
Bij het snel en krachtig intrappen
van het rempedaal wordt automa-
tisch met de maximale remkracht
(noodstop) geremd.
De druk op het rempedaal niet
verminderen, zolang er maximaal
geremd moet worden. Bij het
loslaten van het rempedaal wordt de
remkracht automatisch verminderd.
Hellingrem (HSA)
Het systeem helpt onvoorziene
beweging te voorkomen wanneer u
vanop een helling vertrekt.
Wanneer u de voetrem loslaat nadat
u op een helling bent gestopt, blijft
de rem nog gedurende 2 seconden
ingeschakeld.
Bij het optrekken van de auto
werken de remmen automatisch
niet meer.
De hellingrem werkt niet tijdens een
Autostop.
Rijden en bedienen
Rijregelsystemen
Traction Control-sys-
teem (TCS)
De Traction Control (TC) is een
onderdeel van de elektronische
stabiliteitsregeling.
TC verhoogt zo nodig de stabiliteit,
ongeacht het type wegdek of de grip
van de banden, door te voorkomen
dat de aangedreven wielen
doorslaan.
Zodra de aangedreven wielen
beginnen door te slaan, wordt het
motorvermogen verminderd en
wordt het wiel met de meeste slip
afzonderlijk afgeremd. Daardoor
wordt de rijstabiliteit van de auto op
een glad wegdek aanmerkelijk
verbeterd.
TC is bedrijfsklaar zodra de contro-
lelamp
dooft.
Wanneer TC actief ingrijpt,
knippert
.
153