Autodiefstalbevei-
liging
Diefstalalarmsysteem
Het bewaakt:
portieren, achterklep, motorkap
contact
Bij het ontgrendelen van de auto
worden beide systemen tegelijk
uitgeschakeld.
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumenten-
paneel.
Status tijdens de eerste 30
seconden na het activeren van het
alarmsysteem:
Led gaat branden: test, activeren
wordt uitgesteld.
Led knippert snel: portieren, achter-
klep of motorkap zijn niet goed
gesloten, of systeemfout.
Deactivering
Als u de auto ontgrendeld door op
de handzender op
te drukken,
wordt het diefstalalarmsysteem
uitgeschakeld.
Alarm
Het alarm kan worden afgezet door
het indrukken van een willekeurige
toets op de handzender of door het
inschakelen van het contact.
U kunt het diefstalalarmsysteem
weer inschakelen door op
drukken of het contact aan te zetten.
Sleutels, portieren en ruiten
Automatische portiervergren-
deling
Wanneer geen enkel portier wordt
geopend of de contactsleutel binnen
3 minuten nadat de portieren zijn
ontgrendeld via de handzender niet
in stand 1 of stand 2 wordt gezet,
worden alle portieren weer vergren-
deld en wordt het diefstalalarmsys-
teem automatisch ingeschakeld.
Automatische portierontgren-
deling
Alle portieren ontgrendelen automa-
tisch zodra de botsingssensoren
een botsingssignaal ontvangen
terwijl het contact AAN stand 2
staat.
Wel zullen de portieren mogelijk niet
ontgrendelen als er mechanische
problemen zijn opgetreden met het
systeem voor portiervergrendeling
te
of met het accuvoedingsysteem.
Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
25