WAARSCHUWING
Controleer regelmatig of het apparaat juist is
gemonteerd en bevestigd om letsel te
voorkomen. Zorg ervoor dat wordt voldaan
aan de vereisten voor maximale belasting en
voor de helling van de vloer. Raadpleeg voor
gedetailleerde informatie de documentatie
van de montagefabrikant.
WAARSCHUWING
Plaats en bevestig sensorkabels zorgvuldig
om de kans op verstikking van de patiënt zo
klein mogelijk te houden. Plaats bovendien de
sensorkabels zodanig dat de kans op
inductielussen zo klein mogelijk is.
LET OP
Om oververhitting te voorkomen, mag u het appa-
raat niet in direct zonlicht of in de buurt van ver-
warmingselementen plaatsen.
LET OP
Na langdurige aanwezigheid in een koude omge-
ving, moet u het apparaat langzaam laten accli-
matiseren zodat er zich geen condens kan vor-
men op de elektronische onderdelen en schade
wordt voorkomen.
LET OP
Om beschadiging van het touchscreen te voorko-
men, mag het voorpaneel van de apparaten niet
in aanraking komen met scherpe instrumenten.
LET OP
Om kortsluiting en andere beschadiging van het
apparaat te voorkomen, raadt Dräger aan geen
vloeistof in aanraking te laten komen met de
IACS-apparaten wanneer deze op een stopcon-
tact zijn aangesloten. Als er per ongeluk vloeistof
op het apparaat wordt gemorst, stelt u het betref-
fende apparaat zo snel mogelijk buiten werking
en laat u het onderhoudspersoneel controleren of
de patiëntveiligheid niet in gevaar is.
Gebruiksaanwijzing – Infinity Acute Care System – Infinity M540 SW VG6.n
Voor de veiligheid van u en uw patiënten
Voorzorgsmaatregelen bij defibrillator
De M540 en randapparatuur zijn beschermd tegen
hoogfrequente interferentie van defibrillators en
elektrochirurgische units, alsook tegen storingen
veroorzaakt door 50 en 60 Hz stroomleidingen.
WAARSCHUWING
Om de patiënt te beschermen tijdens het
defibrilleren en om de juistheid van de ECG-
gegevens te garanderen, mag u enkel de door
Dräger gespecificeerde ECG-elektroden en -
kabels gebruiken.Om sensoruitval of
nevengeleiding te voorkomen, kan het
noodzakelijk zijn om toegepaste onderdelen die
niet defibrillatorbestendig zijn, zoals niet-
wegwerpbare SpO
-sensors, te verwijderen.
2
LET OP
Plaats defibrillatiepads niet in de buurt van elek-
troden of sensors om verbrandingen en elektri-
sche schokken te voorkomen die worden veroor-
zaakt door de omleiding van elektrische stroom
via de elektroden.
LET OP
Defibrilleer alleen over de borst.
19