Bewaking van SpO
en Pulse CO-Ox met Masimo SET MCable
2
SpO
- en Pulse CO-Ox-voorzorgsmaatregelen
2
Storende substanties: carboxyhemoglobine kan de
meetwaarden ten onrechte verhogen. De omvang
van de toename is ongeveer gelijk aan de
hoeveelheid aanwezig carboxyhemoglobine.
Kleurstoffen en iedere substantie die kleurstoffen
bevat waarmee de arteriële pigmentatie kan
worden gewijzigd, kunnen leiden tot onjuiste
meetwaarden.
WAARSCHUWING
Hoge zuurstofniveaus kunnen een prematuur
kind predisponeren voor prematurenretinopa-
thie. Als hiervoor wordt gevreesd, zet dan de
alarmbovengrens NIET op 100 %; dat staat ge-
lijk aan het uitschakelen van het alarm. Trans-
cutane pO
-bewaking wordt aanbevolen voor
2
premature kinderen die extra zuurstof krijgen.
WAARSCHUWING
Een SpO
-sensor mag niet als een apnoemo-
2
nitor worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen sensors die door Masimo zijn
goedgekeurd. Andere sensors bieden moge-
lijk geen adequate bescherming tegen defibril-
leren en kunnen gevaarlijk zijn voor de patiënt.
WAARSCHUWING
Een Pluse CO-oximeter moet worden gezien
als een apparaat voor vroegtijdige waarschu-
wing. Als er een trend in de richting van hy-
poxemie bij de patiënt wordt waargenomen,
moeten bloedmonsters worden geanalyseerd
met laboratoriuminstrumenten om de toe-
stand van de patiënt volledig te kunnen begrij-
pen.
WAARSCHUWING
De pulsaties van een ballonondersteuning in
de aorta kunnen de polsslag verhogen. Verifi-
eer de polsslag van de patiënt aan de hand
van de hartslag.
186
Gebruiksaanwijzing – Infinity Acute Care System – Infinity M540 SW VG6.n
WAARSCHUWING
Verhoogde methemoglobineniveaus (MetHb)
kunnen leiden tot onnauwkeurige SpO
SpCO-metingen.
Verhoogde totale bilirubineniveaus kunnen
leiden tot onnauwkeurige SpO
SpCO-, SpHb- en SpOC-metingen.
Bewegingsartefacten kunnen leiden tot
SpMet, SpCO, SpHb en SpOC-metingen.
Zeer lage arteriële zuurstofverzadigingsni-
veaus (SaO
) kunnen onnauwkeurige SpCO-
2
en SpMet-metingen veroorzaken.
Hemoglobinesynthesestoornissen kunnen
foutieve SpHb-aflezingen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Om de kans op brandwonden tijdens chirurgie
re reduceren, dient u de sensor of transducer
en de bijbehorende kabels uit de buurt van het
operatiegebied, de ESU-retourelektrode en de
aardleiding te houden.
WAARSCHUWING
Controleer om de twee tot drie uur de meet-
plaats om goede huidkwaliteit te verzekeren
en te zorgen voor de juiste optische uitlijning.
Als de huidkwaliteit verandert, verplaatst u de
sensor naar een andere locatie. Gebruik min-
stens om de vier uur een andere lokatie om
een signaal van hoge kwaliteit te garanderen.
Het foutief aanbrengen van de SpO
waarbij gedurende langere perioden boven-
matige druk wordt uitgeoefend, kan leiden tot
drukletsel.
LET OP
Dompel de sensor of patiëntkabel niet onder in
vloeistoffen. Vocht kan een veiligheidsrisico ople-
veren.
- en
2
-, SpMet-,
2
-sensor,
2