Impedantierespiratie (RRi)
Instelfuncties voor ademhalingsparameters
Alle functies voor het configureren van de
ademhalingsparameters zijn te vinden in het
Ademhaling-dialoogvenster (zie "Het Ademhaling-
dialoogvenster openen" op pagina 179).
Selectie
1)
Resp. afleiding
Herleren
1)
Modus
1)
Marker
1)
Bewaking
1)
Apnoetijd
1)
Apnoearchief
180
Beschikbare instellingen
I, II (standaard)
Geen
Auto (standaard), Handmatig
Aan, Uit (standaard)
– Aan (standaard in neonatale modus)
– Uit (standaard in volwassen/pediatrische
modus)
Uit, 10, 15 (standaard), 20, 25, 30 s
– Uit
– Opsl/Reg – in reactie op een apnoe wor-
den een registratie en een eventopslag ge-
activeerd.
– Opslaan (standaard) – in reactie op een
apnoe wordt er een curvesegment opge-
slagen.
– Registr. – in reactie op een apnoe wordt er
automatisch een registratie geactiveerd.
Gebruiksaanwijzing – Infinity Acute Care System – Infinity M540 SW VG6.n
Het "Limieten"-dialoogvenster bevat de knoppen
Auto inst. en Alarm om de alarmfuncties te
configureren. Zie Alarminstellingen van een patiënt
configureren in het hoofdstuk Alarmen voor
gedetailleerde informatie om alarmen in te stellen.
Instellingen
Beschrijving
Hiermee selecteert u de afleiding
voor ademhalingsbewaking.
Hiermee start u het herleren van
het ademhalingssignaal.
Hiermee wordt de
verwerkingsmodus ingesteld
voor de ademgerelateerde
impedantiewijziging.
Hiermee wordt een verticale lijn
op de ademhalingscurve
aangebracht wanneer er een
ademhaling wordt gedetecteerd
(zie pagina 178).
Schakelt de respiratiebewaking
in of uit.
Hiermee wordt bepaald hoe lang
een apnoe moet duren voordat
er een alarm wordt geactiveerd.
Hiermee wordt bepaald wat er in
reactie op een apnoe gebeurt.
In geval van een vals apneu-
alarm wordt geadviseerd om het
ademhalingspatroon van de
patiënt in de gaten te houden
(buik of borst) en de elektroden
dienovereenkomstig te
verplaatsen of de
detectiedrempel handmatig aan
te passen.