Advertenties
uuVoor veilig rijdenuVeiligheidscontrolelijst
Veiligheidscontrolelijst
Maak er, in het belang van de veiligheid van u en uw passagiers, een gewoonte van om deze
zaken voor elke rit te controleren. Controleer of de laadkabel is aangesloten op het voertuig
en koppel deze los als dit het geval is. Het voertuig werkt niet wanneer de laadkabel is
aangesloten.
•
Stel uw stoel zodanig af dat u het voertuig goed kunt bedienen. Zorg ervoor dat de
voorstoelen zo ver mogelijk naar achteren zijn geplaatst en u tegelijkertijd in staat bent het
voertuig correct te besturen. Voorin zitten op te korte afstand van een airbag kan tijdens
een ongeval tot ernstig of dodelijk letsel leiden.
2 Stoelen BLZ. 253
•
Stel de hoofdsteunen op de juiste hoogte in. Hoofdsteunen zijn het meest effectief wanneer
het midden van de hoofdsteun tegenover het midden van het hoofd staat. Langere
personen dienen hun hoofdsteun zo hoog mogelijk in te stellen.
2 Afstellen van de hoofdsteunposities voorin BLZ. 261
•
Draag altijd uw veiligheidsgordel en draag deze altijd op correcte wijze. Controleer of alle
passagiers hun veiligheidsgordel correct dragen.
2 Veiligheidsgordels vastgespen BLZ. 54
•
Bescherm kinderen door de veiligheidsgordels of een kinderzitje met eigen gordelsysteem
te gebruiken, afhankelijk van de leeftijd, de lengte en het gewicht van het kind.
2 Veiligheid van kinderen BLZ. 85
48
1Veiligheidscontrolelijst
Als de melding voor portier en/of achterklep open verschijnt
op de interface voor bestuurdersinformatie, is een portier en/
of de achterklep niet volledig gesloten. Sluit alle portieren en
de achterklep stevig totdat de melding verdwijnt.
Waarschuwings- en informatiemeldingen
2
op interface voor bestuurdersinformatie
BLZ. 140
Advertenties
