uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur
■
Achterbankverwarming
284
De stoelverwarming kan worden gebruikt wanneer
de voedingsmodus in de stand AAN staat.
Er is geen verwarming op de middelste zitplaats van
de achterbank.
Druk op de knop van de stoelverwarming:
Eenmaal: de instelling HI (drie controlelampjes
branden)
Tweemaal: de instelling MID (twee controlelampjes
branden)
Driemaal: de stand LO (één controlelampje aan)
Viermaal: de instelling UIT (er branden geen
controlelampjes)
1Achterbankverwarming
WAARSCHUWING
3
Bij het gebruik van de stoelverwarming kunnen
door hitte brandwonden ontstaan.
Personen met een verminderd vermogen om
temperatuur waar te nemen (bijv. personen met
suikerziekte, beschadiging van de zenuwen van
de onderste ledematen of verlamming) of met
een gevoelige huid worden afgeraden om
stoelverwarming te gebruiken.
Gebruik de stoelverwarming ook niet in de stand LO
wanneer het voedingssysteem uitgeschakeld is. Onder
dergelijke omstandigheden kan de 12V-accu zwakker
worden, waardoor het voedingssysteem lastig start.
Na een bepaalde tijd wordt de sterkte-instelling voor de
verwarming van de achterbank automatisch verlaagd met
één niveau tegelijk, tot de verwarming van de achterbank
wordt uitgeschakeld. De verstreken tijd varieert al naar
gelang de interieuromstandigheden.