uuControlelampjesu
Controlelampje
Controlelampje
veiligheidsondersteuning
(amber)
138
Naam
Aan/Knipperend
•
Gaat branden wanneer het Road Departure
Mitigation-systeem, CMBS, Lane Change Collision
Mitigation en/of Front Cross Traffic Warning zichzelf
uitschakelt.
●
Gaat branden wanneer modder, sneeuw of ijs zich
ophoopt in de buurt van de sensor van het dode
hoek-informatiesysteem.
●
Gaat branden wanneer de temperatuur van de sensor
van het dode hoek-informatiesysteem hoog is.
•
Gaat branden wanneer modder, sneeuw of ijs zich
ophoopt in de buurt van de sonarsensor.
Uitleg
•
Blijft branden - Het gebied rondom de camera is
bedekt met vuil, modder, enz. Stop op een veilige
plek en veeg het vuil weg met een zachte doek.
•
Laat het voertuig door een dealer controleren als
het controlelampje en het bericht niet verdwijnen
nadat u het gebied rondom de camera hebt
gereinigd.
Sensorcamera voor
2
BLZ. 587
•
Dit kan gaan branden bij weinig omgevingslicht,
zoals tijdens het rijden in een tunnel, 's nachts, bij
zonsopgang of bij schemering.
●
Gaat branden tijdens het rijden - Er kan iets zijn
dat de sensor van het dode hoek-informatiesysteem
verstoort. Controleer de omgeving van de sensor
van het dode hoek-informatiesysteem en verwijder
eventuele obstakels.
●
Het systeem keert terug naar normale werking
wanneer de temperatuur afneemt.
Dode hoek-informatiesysteem
2
•
Verwijder het obstakel in de buurt van de
sonarsensor.
Remregeling lage snelheid
2
BLZ. 471
BLZ. 498