■
Adaptief rijlicht gebruiken
■
Het systeem activeren
Het controlelampje van het adaptieve rijlicht gaat branden en het systeem begint de
lichtverdeling van het grootlicht aan te passen wanneer aan alle volgende voorwaarden is
voldaan.
Controlelampje Adaptief rijlicht
a
Lichtschakelaar
b
Als het controlelampje van het adaptief rijlicht niet gaat branden, ook al is aan alle
voorwaarden voldaan, voer dan één van de onderstaande procedures uit, en het
controlelampje gaat branden.
•
Trek de hendel naar u toe en laat deze los.
•
Draai de lichtschakelaar naar
•
De voedingsmodus staat op AAN.
•
De lichtschakelaar staat in de stand AUTO.
•
De hendel staat in de stand voor dimlicht.
•
De koplampen zijn automatisch geactiveerd.
•
Het is donker buiten het voertuig.
en vervolgens naar AUTO.
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAdaptief rijlicht
1Adaptief rijlicht
In de volgende gevallen schakelt het systeem van het
adaptief rijlicht de koplampen mogelijk niet goed of is het
schakelmoment gewijzigd. Als het automatisch schakelen
niet past bij uw rijstijl, schakel de koplampen dan handmatig.
•
De helderheid van de verlichting van de voor- of
tegenligger is fel of onvoldoende.
•
Zichtbaarheid is laag vanwege het weer (regen, sneeuw,
mist, ijs op voorruit enz.).
•
Andere lichtbronnen, zoals straatverlichting, elektrische
reclameborden en verkeerslichten, verlichten de weg voor u.
•
Het lichtniveau van de weg voor u verandert telkens.
•
De weg is hobbelig of heeft vele bochten.
•
Een voertuig verschijnt plotseling voor u of een voertuig
voor u rijdt niet in dezelfde of tegenliggende richting.
•
Uw voertuig helt naar achteren met een zware lading
achteraan.
•
Een verkeersbord, spiegel of ander reflecterend voorwerp
voor u reflecteert een sterke lichtbundel op het voertuig.
•
De tegenligger verdwijnt vaak onder bomen langs de weg
of achter barrières in de middenberm.
•
De voor- of tegenligger is een motorfiets, fiets,
scootmobiel of ander klein voertuig.
Het systeem van het adaptief rijlicht houdt het dimlicht
ingeschakeld als:
•
Ruitenwissers met hoge snelheid bewegen.
•
De camera dichte mist heeft gedetecteerd.
Systeem voor adaptief rijlicht uitschakelen
U kunt het systeem voor adaptief rijlicht in- en uitschakelen.
Aanpassen van de voertuiginstellingen
2
BLZ. 370
WORDT VERVOLGD
241