In de volgende tabel worden enkele typische specifieke aardings-
weerstanden voor verschillende bodems samengesteld.
Soort bodem
Natte moerasbodem
Akkerbodem, leem- en kleibodem, vochtig grind
Vochtige zandbodem
Droge zandgrond, droog grind
Stenige bodem
Rots
Berekenen van de spreidingsweerstanden
Voor de vaak voorkomende aardelektrodevormen zijn in deze
tabel de formules aangegeven voor het berekenen van de sprei-
dingsweerstanden.
In de praktijk volstaan meestal deze vuistregels.
Nummer
Aardelektrode
Stripaardelektrode
1
(stralenaardelektrode)
Stafaardelektrode
2
(diepte-aardelektrode)
3
Ringaardelektrode
4
Maasaardelektrode
5
Plaataardelektrode
6
Halfronde aardelektrode
R
= Spreidingsweerstand ()
A
= Specifieke weerstand (m)
E
I = Lengte van de aardelektrode (m)
D = Doorsnede van een ringaardelektrode, doorsnede van het reser-
vekringoppervlak van een maasaardelektrode of doorsnede van een
halfronde aardelektrode (m)
2
F = Oppervlak (m
) van het omsloten oppervlak van een ring- of maas-
aardelektrode
a = Randlengte (m) van een vierkante aardelektrodeplaat; bij rechthoe-
kige platen moet voor a worden gebruikt: b x c, waarbij b en c de
twee zijden van de rechthoek zijn.
3
J = Inhoud (m
) van een aparte fundering
Gossen Metrawatt GmbH
Specifieke aardingsweerstand
[m]
E
8 60
20 300
200 600
200 2000
300 8000
4
10
10
10
Vuistregel
Hulpgrootheid
2
E
----------- -
=
—
R
A
I
E
---- -
=
R
—
A
I
2
E
=
----------- -
=
D
1,13
R
A
3D
2
E
=
----------- -
=
D
1,13
R
A
2D
2
E
----------- -
=
R
—
A
4,5 a
E
=
--------- -
=
D
1,57
R A
D
2
F
2
F
3
J
69