Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meting Van De Aardingsweerstand Batterijgevoed "Op Batterijen Werkend" - 4-Polig (Alleen Profitest Mf Xtra) - Gossen MetraWatt PROFITEST MF Series Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PROFITEST MF Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

15.8
Meting van de aardingsweerstand batterijgevoed "op batterijen werkend" – 4-polig (alleen PROFITEST MF XTRA)
Vierdraadsprocedure
PROFITEST MF XTRA
De vierdraadsprocedure wordt gebruikt bij een hoge weerstand
van de toevoerleiding van de aardelektrode naar de apparaataan-
sluiting.
Bij deze schakeling wordt de weerstand van de toevoerleiding van
de aardelektrode naar de klem „E" van het apparaat niet meege-
meten.
H
Meting van de aardingsweerstand
volgens de vierdraadsprocedure
Aansluiting
➭ Zet de pennen voor de sonde en de hulpaardelektrode op
minstens 20 m resp. 40 m afstand van de aardelektrode, zie
afbeelding boven.
➭ Zorg ervoor dat er geen hoge overgangsweerstanden tussen
de sonde en de grond zijn.
➭ Monteer de adapter PRO-RE (Z501S) op de teststekker.
➭ Sluit de sonde, de hulpaardelektrode en de aardelektrode aan
via de banaanbussen van 4 mm van de adapter PRO-RE.
Let hierbij op het opschrift van de banaanbussen!
Opmerking
De aardelektrode wordt bij de vierdraadsprocedure met
twee gescheiden meetleidingen verbonden met de klem-
men „E" resp. „ES". De sonde wordt aangesloten op klem
„S" en de hulpaardelektrode op klem „H".
Opmerking
Om shunts te verkomen moeten de meetleidingen goed
geïsoleerd zijn. De meetleidingen mogen niet worden
gekruist of over een lange afstand parallel met elkaar ver-
lopen. Hierdoor wordt de invloed van koppelingen tot een
minimum beperkt.
64
H
S
ES
E
 20 m
 20 m
S
E
Meetfunctie kiezen
R
E
Gebruiksmodus kiezen
De gekozen gebruiksmodus verschijnt geïn-
verteerd: batterijsymbool wit op zwarte achter-
grond.
Parameter instellen
❏ Meetbereik: AUTO, 50 k, 20 k, 2 k, 200 , 20 
❏ Soort aansluiting: 4-polig
❏ Overzetverhouding: hier zonder betekenis
❏ Afstand d (voor meting
): hier zonder betekenis
E
Meting starten
Spanningstrechter
U weet of de locaties van sonde en hulpaardelektrode geschikt
zijn als u het verloop van de spanning resp. spreidingsweerstand
van de bodem bekijkt.
De meetstroom die vanuit de aardingstester door de aardelek-
trode en hulpaardelektrode wordt gestuurd, genereert een poten-
tiaalverdeling in de vorm van een spanningstrechter om de aarde-
lektrode en de hulpaardelektrode heen (cf. Grafiek "Spannings-
verloop in de homogene grond tussen aardelektrode E en
hulpaardelektrode H", pagina 65). De weerstandsverdeling ver-
loopt net als de spanningsverdeling.
De spreidingsweerstanden van de aardelektrode en hulpaardelek-
trode zijn meestal verschillend. De twee spannings- resp. weer-
standstrechters zijn daarom niet symmetrisch.
Spreidingsweerstand van aardelektroden met geringe extensie
Om de spreidingsweerstand van aardelektroden op een juiste
manier te meten is de opstelling van de sonde en hulpaardelek-
trode van essentieel belang.
De sonde moet in de zogenaamde neutrale zone (referentieaarde)
tussen de aardelektrode en hulpaardelektrode worden geplaatst
(cf. Grafiek "Sondeafstand S buiten de overlappende spanningst-
rechters op de centrale loodlijn tussen aardelektrode E en hul-
paardelektrode H", pagina 65).
De spannings- resp. weerstandscurve verloopt daarom vrijwel
horizontaal binnen de neutrale zone.
Voor het kiezen van de juiste weerstanden voor sonde en hulpaar-
delektrode gaat u als volgt te werk:
➭ Sla de hulpaardelektrode in de grond op een afstand van ca.
40 m van de aardelektrode.
➭ Plaats de sonde in het midden van de verbindingslijn aarde-
lektrode – hulpaardelektrode en bepaal de aardingsweer-
stand.
➭ Verander de afstand van de sonde 2  3 m in de richting van
de aardelektrode en dan 2  3 m in de richting van de hul-
paarde ten opzichte van de oorspronkelijke locatie en meet de
aardingsweerstand.
Als de 3 metingen hetzelfde resultaat opleveren, is dit de aardings-
weerstand die u zoekt. De sonde bevindt zich in de neutrale zone.
Als de drie meetwaarden echter van elkaar afwijken, bevindt zich
de locatie van de sonde niet in de neutrale zone of verloopt de
spannings- resp. weerstandscurve niet horizontaal op de plaats
waar de sonde is ingestoken.
Gossen Metrawatt GmbH

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Profitest mf xtraProfitest mf tech

Inhoudsopgave