1
Veiligheidsinstructies
Houdt u zich aan deze documentatie en vooral aan de veiligheids-
informatie om uzelf en anderen te beschermen tegen letsel en het
apparaat te beschermen tegen schade.
Maak deze gebruiksaanwijzing en de korte gebruiksaanwijzing
toegankelijk voor alle gebruikers.
Algemeen
•
De tests/metingen mogen alleen worden verricht door een
gekwalificeerde elektricien of onder leiding en toezicht van een
gekwalificeerde elektricien. De gebruiker moet door een
gekwalificeerde elektricien geïnstrueerd zijn in de uitvoering en
beoordeling van de test/meting.
•
Houdt u zich aan de vijf veiligheidsregels. DIN VDE 0105-
100:2015-10, VDE 0105-100:2015-10 (EN 50110-1),
Bedrijfsvoering van elektrische installaties - deel 100:
Algemene bepalingen
(1. Volledig uitschakelen. 2. Beveiligen tegen opnieuw inscha-
kelen. 3. Controleren of alle polen spanningsloos zijn. 4. Aar-
den en kortsluiten. 5. Naburige onder spanning staande delen
afdekken of afzetten).
•
Neem alle noodzakelijke veiligheidsvoorschriften voor uw wer-
komgeving in acht en volg deze op.
•
Draag altijd geschikte en passende persoonlijke bescher-
mingsmiddelen (PBM's) als u met het apparaat werkt.
•
Actieve lichaamshulpmiddelen (b.v. pacemakers, defibrillators)
en passieve lichaamshulpmiddelen kunnen in hun functione-
ren worden beïnvloed door spanningen, stromen en elektro-
magnetische velden van het apparaat en de gezondheid van
de dragers kan worden geschaad. Neem passende veilig-
heidsmaatregelen in overleg met de fabrikant van het
lichaamshulpmiddel en uw arts. Als een gevaar niet kan wor-
den uitgesloten, gebruik het apparaat dan niet.
Toebehoren
•
Gebruik alleen de gespecificeerde accessoires (meegeleverd
of als optie vermeld) op het apparaat.
•
Lees de productdocumentatie van de optionele toebehoren
zorgvuldig door en volg ze volledig op. Bewaar de documen-
ten als naslagwerk voor toekomstig gebruik.
Omgaan met
•
Gebruik het apparaat uitsluitend als het onbeschadigd is.
Controleer het apparaat vóór gebruik. Let hierbij vooral op
beschadigingen, onderbroken isolatie of geknikte kabels.
Beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervan-
gen.
•
Alle toebehoren en kabels mogen uitsluitend worden gebruikt
als ze onbeschadigd zijn.
Controleer alle kabels en toebehoren vóór gebruik. Let hierbij
vooral op beschadigingen, onderbroken isolatie of geknikte
kabels.
•
Als het apparaat of de toebehoren niet feilloos werken, dient u
het apparaat / de toebehoren permanent buiten werking te
stellen en zodanig te beveiligen dat deze niet opnieuw in wer-
king kunnen worden gesteld.
•
Indien tijdens het gebruik schade aan het apparaat of de toe-
behoren ontstaat, b.v. door een val, dient u het apparaat / de
toebehoren permanent buiten werking te stellen en zodanig te
beveiligen dat deze niet opnieuw in werking kunnen worden
gesteld.
•
Het apparaat en de toebehoren mogen alleen worden
gebruikt voor de tests/metingen die in de documentatie van
het apparaat worden beschreven.
•
De ingebouwde spanningsmeetfunctie of de netaanslui-
tingscontrole mag niet worden gebruikt om te controleren of
systemen of systeemcomponenten spanningsloos zijn.
De afwezigheid van spanning mag alleen worden getest met
een geschikte spanningstester / spanningsmeetsysteem dat
voldoet aan de normatieve eisen van DIN EN 61243.
4
Gebruiksomstandigheden
•
Gebruik het apparaat en de toebehoren niet na langdurige
opslag onder ongunstige omstandigheden (b.v. vochtigheid,
stof, temperatuur).
•
Gebruik het apparaat en de toebehoren niet na zware trans-
porten.
•
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zon-
licht.
•
Gebruik het apparaat en de toebehoren uitsluitend binnen de
gespecificeerde technische gegevens en voorwaarden
(omgeving, IP-beschermingscode, meetcategorie, enz.).
•
Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omge-
ving.
Batterijen
•
Bij gebruik van het laadapparaat mag alleen de accu-pack
(Z502H/Z502O) in het apparaat worden geplaatst.
•
Gebruik het apparaat niet terwijl de accu-pack (Z502H/
Z502O) wordt opgeladen.
•
Gebruik het apparaat niet als het batterijdeksel is verwijderd.
Anders kunt u in contact komen met gevaarlijke spanningen.
•
De accu-pack (Z502H/Z502O) mag alleen in onbeschadigde
toestand worden opgeladen.
Controleer de accu-pack (Z502H/Z502O) vóór gebruik. Let
hierbij vooral op lekkende en beschadigde oplaadbare batte-
rijen.
Zekeringen
•
Het apparaat heeft zekeringen. Gebruik het apparaat alleen
met feilloos werkende zekeringen. Een defecte zekering moet
worden vervangen. Zie de uitvoerige gebruiksaanwijzing.
Meetkabels en contacten
•
Alle kabels moeten gemakkelijk kunnen worden aangesloten.
•
Raak nooit geleidende uiteinden aan (b.v. van meetpennen).
•
Rol alle meetkabels volledig af voordat u met een test/ meting
begint. Voer nooit een test/ meting uit met opgerolde meetka-
bel.
•
Voorkom kortsluiting door verkeerd aangesloten meetkabels.
•
Zorg ervoor dat de krokodillenklemmen, meetpennen of Kel-
vin-sondes goed contact maken.
Gegevensbeveiliging
•
Maak altijd een backup van uw meetgegevens.
•
Houdt u zich aan de geldende nationale voorschriften inzake
gegevensbescherming en leef deze na. Gebruik de hiervoor
bedoelde functies in het apparaat, zoals toegangsbeveiliging
en andere passende maatregelen.
Gossen Metrawatt GmbH