Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meten Van De Aardingsweerstand (Functie R E ) - Gossen MetraWatt PROFITEST MF Series Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PROFITEST MF Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

15
Meten van de aardingsweerstand (functie R
De aardingsweerstand R
is van belang voor de automatische uit-
E
schakeling in delen van de installatie. Hij moet laag ohms zijn,
zodat er in het geval van een fout een hoge kortsluitstroom
stroomt en de aardlekschakelaars de installatie dus veilig uitscha-
kelen.
Meetopbouw
De aardingsweerstand (R
) is de som van de spreidingsweer-
E
stand van de aardelektrode en de weerstand van de aardleiding.
De aardingsweerstand wordt gemeten door een wisselstroom
door de aardgeleider, de aardelektrode en de aardverspreidings-
weerstand te laten stromen. Deze stroom en de spanning tussen
de aardelektrode en een sonde wordt gemeten.
De sonde wordt met een aanrakingsbeveiligde stekker met een
doorsnede van 4 mm aangesloten op de sondeaansluiting (17)
aangesloten.
Rechtstreekse meting met sonde (op voeding aangesloten aar-
dingsmeting)
Het rechtstreekse meten van de aardingsweerstand R
mogelijk als er voor het meten een sonde wordt meegeschakeld.
Een voorwaarde hiervoor is echter dat de sonde het aardpotenti-
aal van de referentieaarde heeft, d.w.z. dat zij buiten de span-
ningstrechter van de aardelektrode wordt gezet. De afstand tus-
sen de aardelektrode en de sonde moet minstens 20 m zijn.
Meting zonder sonde (op voeding aangesloten aardingsmeting)
In veel gevallen, vooral op plaatsen waar huizen dicht tegen elkaar
zijn aangebouwd, is het moeilijk en soms zelfs onmogelijk om een
meetsonde neer te zetten. U kunt de aardingsweerstand in deze
gevallen ook zonder sonde meten. De weerstandswaarden van
de systeemaarde R
en van de buitenste geleider L zitten dan wel
B
in het meetresultaat.
Meetprocedure (met sonde) (netgevoede aardingsmeting)
Het apparaat meet de aardingsweerstand R
spanningsmeetprocedure.
De weerstand R
wordt hierbij berekend op basis van het quoti-
E
ënt van spanning U
en stroom I
E
trode en sonde ligt.
De meetstroom die hierbij door de aardingsweerstand vloeit,
wordt door het apparaat geregeld. Kijk voor de waarden hiervan
in Hoofdst. 5.5 „Technische gegevens" op pagina 10.
Er wordt een spanningsafval gegenereerd die evenredig is met de
aardingsweerstand.
Opmerking
De weerstanden van de meetkabel en van de meetadap-
ter worden bij de meting automatisch gecompenseerd en
worden niet meegerekend in het meetresultaat.
Als er tijdens de metingen gevaarlijke contactspanningen
(> 50 V) optreden, wordt de meting afgebroken en wordt
de veiligheidsuitschakeling in werking gesteld.
De sondeweerstand wordt niet meegerekend in het mee-
tresultaat en kan maximaal 50 k bedragen.
!
Let op!
De sonde maakt deel uit van de meetkring en kan vol-
gens IEC 61557 / EN 61557 een stroom geleiden tot
maximaal 3,5 mA.
56
is alleen
E
volgens de stroom-
E
, waarbij U
tussen aardelek-
E
E
)
E
Meting met of zonder aardelektrodespanning in functie van de
ingevoerde parameters resp. de keuze van het aansluitingstype:
RANGE
Aansluiting
xx  / xx k
10  / U
*
E
xx  / xx k *
*deze parameter leidt tot automatische instelling op sondeaansluiting
Meetprocedures met onderdrukking van de RCD-aanspreking
(op voeding aangesloten aardingsmeting) (alleen PROFITEST MF
TECH)
Met de tester kan de aardingsweerstand worden gemeten in TN-
netwerken met RCD-schakelaars van het type A
AC
(10/30/100/300/500 mA nominale foutstroom).
De tester genereert
hiervoor een
gelijkstroom die de
magnetische kring
van de RCD-scha-
kelaar in verzadi-
ging brengt.
Met de tester wordt
dan een meet-
stroom gesuperpo-
neerd die alleen
halve golven van
dezelfde polariteit
heeft. De RCD-
schakelaar kan
deze meetstroom
dan niet meer her-
kennen en treedt tijdens het meten dus niet meer in werking.
De meetkabel van het apparaat naar de teststekker is uitgevoerd
in vierdraadstechniek. De weerstanden van het aansluitsnoer en
van de meetadapter worden bij een meting automatisch gecom-
penseerd en worden niet meegerekend in het meetresultaat.
Opmerking
Voormagnetisering
Met de 2-polige adapter zijn alleen AC-metingen voor-
zien. Het onderdrukken van de RCD-aanspreking door
middel van een voormagnetisering door gelijkstroom is
alleen mogelijk met het landspecifieke stekkerinzetstuk
bijv. geaarde stekker of de 3-polige adapter (N-geleider
vereist).
Grenswaarden
De aardingsweerstand (aardkoppelweerstand) wordt hoofdzake-
lijk bepaald door het contactvlak van de elektrode en de geleid-
baarheid van de grond er omheen.
De vereiste grenswaarde hangt af van de netvorm en zijn uitscha-
kelvoorwaarden met inachtneming van de maximale contact-
spanning.
Beoordeling van de meetwaarden
Aan de hand van Tabel 2 op pagina 96 kunt u de weerstands-
waarden bepalen die met inachtneming van de maximale
gebruiksfout van het apparaat (in nominale gebruiksomstandighe-
den) ten hoogste aangegeven mogen worden om een vereiste
aardingsweerstand niet te overschrijden. Tussenwaarden kunt u
interpoleren.
Meetfuncties
geen sondemeting
geen meting U
Sondemeting geactiveerd
U
wordt gemeten
E
Sondemeting geactiveerd
geen meting U
Tangmeting geactiveerd
geen meting U
I
/mA
F
t1
t2
Meten
Gebruik
RCD buiten werking!
Start
Onderdrukking van de RCD-aanspre-
king bij impulsstroomgevoelige RCD-
veiligheidsschakelaars
Gossen Metrawatt GmbH
E
E
E
, F
en
t
t3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Profitest mf xtraProfitest mf tech

Inhoudsopgave