Inhoudsopgave
Advertenties
15.7
Meting van de aardingsweerstand batterijgevoed "op batterijen werkend" – 3-polig (alleen PROFITEST MF XTRA)
Driedraadsprocedure
PROFITEST MF XTRA
Meting van de aardingsweerstand volgens de
driedraadsprocedure
H
20 m
H
Aansluiting
➭ Zet de pennen voor de sonde en de hulpaardelektrode op
minstens 20 m resp. 40 m afstand van de aardelektrode, zie
afbeelding boven.
➭ Zorg ervoor dat er geen hoge overgangsweerstanden tussen
de sonde en de grond zijn.
➭ Monteer de adapter PRO-RE (Z501S) op de teststekker.
➭ Sluit de sonde, de hulpaardelektrode en de aardelektrode aan
via de banaanbussen van 4 mm van de adapter PRO-RE.
Let hierbij op het opschrift van de banaanbussen!
De aansluiting ES/P1 blijft vrij.
De weerstand van de meetleiding naar de aardelektrode wordt
rechtstreeks meegerekend in het meetresultaat.
Om de fout die door de weerstand van de meetkabel wordt ver-
oorzaakt zo klein mogelijk te houden, moet u bij dit meetprocedé
een korte verbindingskabel gebruiken tussen aardelektrode en de
aansluiting E met een grote doorsnede.
Opmerking
Om shunts te verkomen moeten de meetleidingen goed
geïsoleerd zijn. De meetleidingen mogen niet worden
gekruist of over een lange afstand parallel met elkaar ver-
lopen. Hierdoor wordt de invloed van koppelingen tot een
minimum beperkt.
Gossen Metrawatt GmbH
S
ES
E
20 m
S
E
Meetfunctie kiezen
R
E
Gebruiksmodus kiezen
De gekozen gebruiksmodus verschijnt geïnver-
teerd: batterijsymbool wit op zwarte achter-
grond.
Parameter instellen
❏ Meetbereik: AUTO, 50 k, 20 k, 2 k, 200 , 20
❏ Soort aansluiting: 3-polig
❏ Overzetverhouding: hier zonder betekenis
❏ Afstand d (voor meting
): hier zonder betekenis
E
Meting starten
63
Advertenties
Inhoudsopgave
