Samenvatting van Inhoud voor Gossen MetraWatt METRATESTER 5+
Pagina 1
Bestnr. 10 02 62 GOOSSEN METRAWA METRATESTER 5+ Tester voor DIN VDE 0701-0702 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V.
Pagina 2
Netstekker (Oprolmogelijkheid voor netsnoer aan de achterzijde van de behuizing) Signaallamp PE voor het meten van aarde Krokodillenklem voor het opsteken op de meetpunt (3a) (3a) Meetpunt Contactvlak voor vingercontact Meetfunctieschakelaar weerstand beschermingsleiding isolatieweerstand vervangende lekstroom aanraak- of lekstroom (voor het bewijs van spanningsloosheid) verschilstroom Diff verbruikerstroom...
Pagina 3
Toebehoren: kabelset KS 13 Betekenis van de symbolen op het apparaat Dubbele of versterkte isolatie Waarschuwing voor gevaar (Let op, documentatie in acht nemen!) EG- conformiteitsverklaring Het apparaat mag niet met het gewone huisvuil verwijdert worden. Meer informatie voor de WEEE- kenmerken vindt u op het internet onder www.goossenmetrawatt.com bij de zoekterm WEEE.
INHOUDSOPGAVE pagina Veiligheidskenmerken en -maatregelen Toepassing Bediening- en displayelementen Signalering fouten en grenswaarden Netaansluiting Aansluiten van het Proefapparaat Testen van het aardleidingpotentiaal Meten van de netspanning Aansluiten van het te testen apparaat aan het meetapparaat 4.4.1 Testobject met beschermingsleiding (beschermklasse I) en netstekker 4.4.2 Testobject met beschermklasse II 4.4.3 Testobject zonder netstekker en apparaten SK III...
Veiligheidsbepalingen en –voorzorgsmaatregelen De METRATESTER 5+ is overeenkomstig de volgende normen vervaardigd en getest: IEC/EN 61010-1/ VDE 0411 deel 1 Veiligheidsbepalingen voor elektrische meet-, besturings-, regel- en laboratoriumapparatuur – algemene eisen. DIN VDE 0404-1:2002-5 Apparaten voor de veiligheidstechnische controle van elektrische bedrijfsmiddelen;...
Toepassing Het testapparaat is bedoeld om gerepareerde of gewijzigde elektrische apparaten over- eenkomstig DIN VDE 0701-0702 te testen op hun veiligheid. Overeenkomstig de voor- schriften moeten na een reparatie of wijziging van elektrische apparaten naast de weerstand van de beschermingsleiding, de isolatieweerstand en de vervangende lekstroom, en bij dataverwerkende apparatuur en kantoormachines de spanningsloosheid van aanraakbare, geleidende delen gemeten worden.
Pagina 7
Testcontactdoos Om de weerstand van de beschermingsleiding, de isolatieweerstand en de vervangende lekstroom overeenkomstig DIN VDE 0701-0702 te kunnen vaststellen, moet het te testen apparaat op de testcontactdoos worden aangesloten als het een netstekker heeft. Aansluitbus/-klem t.b.v. aansluiting fase/nulleiding van het te testen apparaat Deze aansluiting ligt parallel aan de twee kortgesloten fase-/nulaansluitingen van het teststopcontact (8).
Melding van fouten en grenswaarden Foutmelding Voorwaarde Signaallamp PE Aardleidingpotentiaal/net bij aanraking 25 V v.d.vingercontact Volgende grenswaarden worden gesignaleerd Weerstand tussen behuizing en netstekker bij aansluitleidingen tot 5m lengte Bij verlengkabels alle verdere 7,5 m extra 0,1 , maximaal 1 . voor apparaten van de beschermingsklasse I met ingeschakelde verwarmingselementen (bij verwarmingsvermogen >...
Netaansluiting Aansluiten van de metratester Sluit de tester met de netstekker (1) op het 230 V- lichtnet aan. Als er geen geaard wandstopcontact of alleen een draaistroomaansluiting aanwezig is, kan de aansluiting van fase, nul en aarde met behulp van het koppelstopcontact gemaakt worden. Deze heeft 3 vast aangesloten leidingen en is onderdeel van de als toebehoren leverbare kabelset KS13.
Testen van het beschermingleidingpotentiaal Raak met een vinger het contactvlak (4) en tegelijkertijd een geaard deel aan (bijv. een waterleiding). De signaallamp PE (2) mag hierbij niet oplichten! Het potentiaal tussen de beschermingsleiding van de netstekker (1) en het contactvlak (4) is dan 100 V.
Aansluiten van het te testen apparaat aan het testinstrument Voor het meten van de beschermingsleidingweerstand, isolatieweerstand en vervangende lekstroom moet het te testen apparaat aan de testcontactdoos (8) of aan de testcontactdoos parallel geschakelde meetbussen resp. klemmen (9) en (10) aangesloten worden. De aansluiting (9) is met de kortgesloten fase- en nulaansluiting en de aansluiting (10) met het aardingscontact van de testcontactdoos (8) verbonden.
4.5 Meten algemeen Voor alle volgende metingen moet de netspanning binnen het toegelaten gebied van 207 V ….. 253 V liggen. De nauwkeurigheid van de meetwaarden komt dan overeen met die onder “technische specificaties” (zie hoofdstuk 7 pag. 23) genoemde waarden. U kunt de netspanning controleren in de positie "U 250 V"...
Controleren van apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 De in de navolgende hoofdstukken aangegeven grenswaarden zijn overeenkomstig de actuele normen bij het in druk gaan. Let er op, dat deze normen permanent aan de veiligheidsbehoeften van de markt aangepast worden waardoor zich ook de grenswaarden kunnen wijzigen.
Visuele controle De visuele controle dient vooraf aan een meettechnische controle uitgevoerd te worden. Bij een visuele controle moet bijv. op het volgende gelet worden: • • • • Beschadigingen aan aansluitkabels; • • • • Beschadigde isolatie; • • • • Juiste keuze en toepassing van leidingen en stekkers;...
Maximaal toelaatbare waarden voor weerstand beschermingsleiding, afhankelijk van de lengte van de leiding De tabel geldt eveneens voor kabelhaspels en verlengsnoeren. Bij langere leidingen geldt: voor elke 7,50 m lengte bijkomend 0,1 maximaal 1 onafhankelijk van de doorsnede van de ader. Attentie! De krokodillenklem (3) moet goed contact maken met de behuizing van het testobject.
Meten van de isolatieweerstand Deze meting mag alleen doorgevoerd worden, als de test voor de weerstand van de beschermingsleiding met succes is uitgevoerd. Bevinden zich in het testobject alpolige elektrische schakelaars, bijv. onderspanningbeveiliging of relais, dan wordt bij deze test uitsluitend de toevoerleiding getest.
Type apparaat Grenswaarden Minimaal aangegeven waarde Apparaten met beschermingsklasse I 1,15 M Apparaten met beschermingsklasse I 0,3 M 0,38 M met verwarmingselementen Apparaten met beschermingsklasse II 2,0 M 2,25 M Apparaten met beschermingsklasse III 1000 / resp. 250 k bijv. apparaten met batterijvoeding Bij lagere grenswaarden moet een vervangende lekstroommeting met succes uitgevoerd worden.
5.5.1 Meten met vervangende lekstroom- meetmethode Let op! Raak de aansluitcontacten van het apparaat niet aan tijdens een vervangende lekstroommeting! Sluit het testobject aan volgens onderstaande afbeelding. Zet de meetfunctieschakelaar op het bereik “I 20 mA”. Schakel alle functies van het te testen apparaat in en zorg ervoor dat bijv. ook alle contacten van temperatuurafhankelijke schakelaars en derg.
Meten van de aanraakstroom Bij apparaten met beschermingsklasse II of bij apparaten met klasse I met aanraakbare geleidende delen, die niet met de beschermingsleiding verbonden zijn, kan in plaats van een isolatieweerstandsmeting een meting van de aanraakstroom uitgevoerd worden. Er mogen de volgende meetmethoden toegepast worden: •...
5.6.2 Meten met de verschilstroom- meetmethode Let op! De beschermingsleidingtest moet eerst met succes uitgevoerd worden. Sluit het testobject aan zoals in de onderstaande afbeelding getoond. Sluit de leiding van het testpunt aan op de bus "2 mA". Zet de schakelaar op "I 20 mA".
5.6.3 Directe meetmethode Het testobject kan voor deze meting aangesloten blijven op het net of verbonden worden met het netstopcontact. Bij een test volgens DIN VDE 0701-0702 kunnen testobjecten met externe verbindingen, zoals datakabels enz. binnen hun totale configuratie op de opstellingsplek getest worden.
Meten van de verbruikerstroom via de netcontactdoos Let op! Een te testen apparaat mag alleen op de netcontactdoos (7) worden aangesloten nadat het op veiligheid is getest (tests overeenkomstig DIN VDE 0701-0702)! Sluit het testobject met zijn geaarde stekker aan op de netcontactdoos (7). Zet de meetfunctieschakelaar op het bereik “I 16 A”...
Technische gegevens Meting Meetbereik Resolutie NULLAST Weerstand 0 … 19,99 10 m <20 V >200 mA beschermingleiding Isolatieweerstand 0,05 … 19,99M 10 k 600 V ca. 100 <10mA > 1 mA Vervangende 0 … 19,99 mA ~ 10 µA 28 V ~ <20mA lekstroom Bewijs van spanning-...
Pagina 24
Invloeden en invloedeffecten Invloedgrootte en –bereik Benaming Invloedeffecten volgens … % v.d. meetwaarde DIN VDE 0404 Verandering in positie Verandering van de voeding van de testinstallatie Temperatuurschommeling aangegeven invloedeffecten per 10 K temperatuurverandering: 1 bij weerstand beschermingsleiding 0 … 21 ° C en 25 … 40 ° C 0,5 in andere meetbereiken Hoogte van de teststroom Laagfrequente magneetve lden...
Pagina 25
Elektrische veiligheid Beschermingsklasse Nominale netspanning 230 V Testspanning net + aarde (net) + 2 mA-bus voor de test op spanningsloosheid t.o.v. contactdoos, aansluitbussen voor fase/nul en beschermleiding alsook krokodillenklem: 3 kV~ net t.o.v. aarde (net) + 2 mA bus: 1,5 kV~ Meetcategorie Vervuilingsgraad Veiligheidsuitschakeling...
Onderhoud – kalibrering Onderhoud behuizing Een speciaal onderhoud is niet noodzakelijk. Let op een schoon en droog oppervlak. Gebruik voor het reinigen een licht vochtige doek. Vermijdt het gebruik van oplos-, poets- en schuurmiddelen. Kalibrering Volgens de nieuwe norm DIN VDE 0701-0702 geldt vanaf 1-1-2008: "De voor de herhalingscontrole toegepaste meetinstrumenten moeten regelmatig getest en gekalibreerd worden".