15.3
Aardingsweerstand netgevoed – 2-polige meting met 2-polige adapter of landspecifieke stekker (randaardecontactdoos)
zonder sonde
Ri
B
Legenda
R
Systeemaarde
B
R
Aardingsweerstand
E
R
Interne weerstand
i
R
Aardingsweerstand door systemen van de
X
potentiaalvereffening
R
Sondeweerstand
S
PAS
potentiaalvereffeningsrail
RE
Totale aardingsweerstand (R
In de gevallen waarin het niet mogelijk is om een sonde te plaat-
sen, kunt u de aardingsweerstand door schatting zonder sonde
bepalen met een „aardusweerstandsmeting".
De meting wordt op de wijze verricht als beschreven in Hoofdst.
15.4 „Aardingsweerstandsmeting op voeding aangesloten – 3-
polige meting: 2-polige adapter met sonde" op pagina 59. Aan de
sondeaansluiting 17 is echter geen sonde aangesloten.
De weerstandswaarde R
ESchl
gemeten, bevat ook de weerstandswaarden van de systee-
maarde R
en van de buitenste geleider L. Voor het berekenen
B
van de aardingsweerstand moeten deze twee waarden worden
afgetrokken van de gemeten waarde.
Als men uitgaat van gelijke draaddiameters (buitenste geleider L
en nulleider N), dan is de weerstand van de buitenste geleider half
zo groot als de netimpedantie Z
U kunt de netimpedantie meten, zoals beschreven in hoofdst. 14
vanaf pagina 54. De systeemaarde R
DIN VDE 0100 "0 tot 2 " bedragen.
1) Meting:
Z
komt overeen met R
LN
2) Meting:
Z
komt overeen met R
L-PE
3) Berekening: R
komt overeen met Z
E1
Bij het berekenen van de aardingsweerstand is het zinvol om
geen rekening te houden met de weerstandswaarde van de sys-
teemaarde R
, omdat deze waarde over het algemeen niet
B
bekend is.
De berekende weerstandswaarde bevat dan als veiligheidstoe-
slag de weerstand van de systeemaarde.
In de parameterkeuze
stappen 1) t/m 3) automatisch verricht door de tester.
Meetfunctie kiezen
R
E
Gebruiksmodus kiezen
58
E
1
//R
//waterleiding)
E1
E2
die bij deze meetmethode wordt
(buitenste geleider + nulleider).
L-N
mag volgens
B
= 2 × R
i
L
ESchl
- ½ × Z
; voor R
L-PE
L-N
worden de
E
2
Parameter instellen
❏ Meetbereik: AUTO, 10 k (4 mA), 1 k (40 mA), 100 (0,4 A),
10 (3,7 ... 7 A). Bij installaties met RCD-aardlekschakelaar
moet de weerstand resp. de meetstroom zodanig worden ge-
kozen dat deze onder de aanspreekstroom (½ I
❏ Soort aansluiting: 2-polige adapter
❏ Contactspanning: UL < 25 V, < 50 V, < 65 V
❏ Golfvorm teststroom: Sinus (volle golf), 15 mA-sinus (volle golf),
DC-Offset en positieve halve golf
❏ Netvorm: TN/TT, IT
❏ Overzetverhouding: hier zonder betekenis
Limiet/grenswaarde
R
> Limiet /
E
Grenswaarde
R
U
L
L
Meting starten
= 0
B
) ligt.
N
Gossen Metrawatt GmbH