Betekenis van de afzonderlijke parameters
0a
Inschakelduur tester
Hier kunt u de tijd kiezen waarna de tester zich automatisch uit-
schakelt. Deze keuze heeft een grote uitwerking op de levens-
duur/de laadtoestand van de accu's.
0b
Inschakelduur LCD-verlichting
Hier kunt u de tijd kiezen waarna de LCD-verlichting zich automa-
tisch uitschakelt. Deze keuze heeft een grote uitwerking op de
levensduur/de laadtoestand van de accu's.
2
Submenu: TEST – Draaiknopaanpassing
Voor het exact afstellen van de draaiknop kunt u als volgt te werk
gaan:
1 Om het submenu Draaiknopaanpassing te bereiken, drukt u
op de softkey-knop TESTS Draaiknop/ batterijentest.
2 Druk nu op de softkey met het draaiknopsymbool.
3 Controleer of de draaiknop op SETUP staat.
De niveaubalk voor het getal moet gecentreerd zijn vóór het
getal. De waarde van het getal kan worden weergegeven in
een bereik van -1 tot 101 en moet tussen 45 en 55 liggen.
Bij –1 of 101 stemt de draaischakelaarstand niet overeen met
de meetfunctie die op het LCD-display wordt weergegeven.
Als de weergegeven waarde buiten dit bereik ligt, stelt u deze
positie bij door op de softkey Bijstellen
kort geluidssignaal bevestigt het bijstellen.
Opmerking
Als de tekst van de LCD-weergave van de draaiknop niet
overeenstemt met de daadwerkelijke stand van de draai-
knop, waarschuwt een continu signaal u terwijl u de soft-
key-knop Bijstellen
4 Bevestig door op de softkey met het draaiknopsymbool te drukken.
Het display schakelt dan over naar de volgende meetfunctie.
5 Draai de draaiknop met de klok mee naar de volgende meet-
functie (na SETUP eerst I
N
6 Herhaal de stappen 3 tot en met 5 totdat u alle functies van
de draaiknop hebt gecontroleerd of bijgesteld.
7 Druk op ESCom terug te keren naar het hoofdmenu.
2
Submenu: TEST – Opvragen van de batterijspanning
Als de batterijspanning kleiner of gelijk is aan 8,0 V, brandt de LED
UL/RL rood en hoort u bovendien een signaal.
Opmerking
Meetprocedure
Als de batterijspanning tijdens een meet-
procedure onder 8,0 V zakt, wordt dit
alleen aangegeven met een pop-up ven-
ster. De gemeten waarden zijn ongeldig. De meetresulta-
ten kunnen niet worden bewaard.
➭ Met ESC keert u terug naar het hoofdmenu.
28
te drukken. Een
indrukt.
).
3c
Taal van het bedieningsmenu (CULTURE)
➭ Kies de gewenste landensetup aan de hand van de bijbeho-
rende landcode.
Fabrieksinstellingen (FACTORY SETTINGS)
3e
Als u deze knop indrukt, wordt de tester teruggezet in de toe-
stand die hij had na levering uit de fabriek. Zie ook Hoofdst. 21
„Reset (fabrieksinstellingen)" op pagina 92.
!
Let op!
Alle structuren, gegevens en sequenties worden gewist!
Maak voor het resetten een back-up van uw structuren, meet-
gegevens en sequenties op een pc.
Helderheid instellen
3f
Terugspringen naar
vorig menu
Helderheid verhogen
Helderheid verminderen
DB-MODE – Weergave van de database in tekst- of ID-mode
3g
Structuren aanmaken in de TXT MODE
De database in het meetapparaat is standaard ingesteld op de
Text-mode, in de kopregel staat „TXT". In het meetapparaat kunt u
structuurelementen aanmaken en deze voorzien van een „clear-
text", bijv. klant XY, verdeler XY en stroomkring XY.
Structuren aanmaken in de ID MODE
Bij wijze van alternatief kunt u in de ID MODE werken, in de kopre-
gel staat „ID". In het meetapparaat kunt u structuurelementen
aanmaken en deze voorzien van een willekeurige identificatienum-
mers.
Opmerking
In de tester kunnen ofwel structuren in Text-mode of in
Ident-mode worden aangemaakt.
In het logprogramma daarentegen worden altijd bena-
mingen en identificatienummers toegekend.
Als er in de tester bij het aanmaken van structuren geen teksten of
identificatienummers zijn opgeslagen, dan genereert het logpro-
gramma zelf de ontbrekende gegevens. Deze gegevens kunnen
vervolgens in het logprogramma worden bewerkt en desgewenst
opnieuw worden bewaard in de tester.
Gossen Metrawatt GmbH