Tester en adapter * Toepassing van de meetpennen zie hoofdstuk 2.1 pagina 5 LED’s & aansluitsymbolen → hoofdstuk 18 Bedieningsterminal Knoppen met vaste functie Softkeys ESC: Terugspringen vanuit submenu • Parameterkeuze • Opgegeven grens- MEM: Knop voor geheugenfuncties waarden HELP: Oproepen van de contextgevoelige •...
Pagina 3
Legenda Overzicht van de apparaatinstellingen en meetfuncties Schake- Picto- Apparaatinstellingen Tester en adapter Aansluitingen stroomtangsensor, laarstand gram Meetfuncties sonde, adapter voor het meten 1 Bedieningsterminal met knop- Beschrij- van lekstroom PRO-AB pen en displayveld ving vanaf met rastering 15 Stroomtang aansluiting 1 ®...
Inhoudsopgave Pagina Pagina Leveringsomvang ............. 4 Evaluatie van de meetwaarden ..........27 Meten de netzimpedantie (functie Z ) ......27 Gebruik ................4 Gebruik van de kabelsets resp. Meetpennen ......4 Meten van de aardingsweerstand (functie R ) ....29 Overzicht leveringsomvang 10.1 Meting van de aardingsweerstand –...
16.3 Verdelerstructuur in de tester aanmaken ......... 62 Het apparaat is uitgerust met een microprocessor en voldoet aan de bepalingen IEC 61557/EN 61557/VDE 0413: 16.3.1 Structuuraanmaak (voorbeeld van de stroomkring) ......63 16.3.2 Zoeken van structuurelementen ........... 64 Deel 1: Algemene eisen 16.4 Gegevensopslag en rapportage ..........
Overzicht leveringsomvang Veiligheidskenmerken en veiligheidsmaatregelen van de apparaatvarianten PROFITEST ASTER Dit apparaat voldoet aan de eisen van de op dit moment gel- PROFITEST ... MBASE M TECH XTRA dende Europese en nationale EG-Richtlijnen. Wij bevestigen dit Artikelnummer M520M M520N M520O M520P met het CE-symbool.
Indien het garantiezegel wordt beschadigd of verwij- derd, vervalt elke aanspraak op garantie Let op! Bij gebruik van de batterijhouder: Kalibratiemerk (blauw zegel): Zorg er absoluut voor dat alle batterijen worden aange- bracht met de juiste polariteit. Als er reeds een cel met XY123 Doorlopend nummer verkeerde polariteit is ingezet, dan herkent de tester dit...
Apparaatinstellingen SETUP Menukeuze voor bedrijfsparameters Menu LED- en LCD-test Menu draaiknopaanpassing Display: Datum / tijd en batterijentest Display: Autom. uitschakeling Menu Helderheid/contrast van de tester na 60 s Tijd, taal, profielen Display: Autom. uitschakeling Softwarestand van de displayverlichting na 15 s Kalibratiedatum Controleur selecteren huidige tester...
Pagina 9
Menukeuze voor bedrijfsparameters Menu LED- en LCD-test Menu draaiknopaanpassing Display: Datum / tijd en batterijentest Display: Autom. uitschakeling Menu Helderheid/contrast van de tester na 60 s Tijd, taal, profielen Display: Autom. uitschakeling Softwarestand van de displayverlichting na 15 s Kalibratiedatum Controleur opnieuw aanmaken en huidige tester kiezen (Wijzigen/wissen alleen via ETC)
Pagina 10
Betekenis van de verschillende parameters Let op! Gegevensverlies inclusief de se- Inschakelduur tester quenties bij verandering van de Hier kunt u de tijd kiezen waarna de tester zich automatisch uit- taal, het profiel, de DB-MODEs of schakelt. Deze keuze heeft een grote uitwerking op de levens- bij het resetten van de fabrieks- duur/de laadtoestand van de accu’s.
Pagina 11
® DB-MODE – Weergave van de database in tekst- of ID-mode Bluetooth in-/uitschakelen (alleen PROFITEST XTRA De functies van de DB-MODE zijn beschikbaar vanaf firm- wareversie 01.05.00 van het testapparaat en vanaf ETC- versie 01.31.00. Figuur 1 Figuur 2 Structuren aanmaken in de TXT MODE De database in het meetapparaat is standaard ingesteld op de Text-mode, in de kopregel staat „TXT“.
Pagina 12
Vereiste stappen voor een authentificatie Firmwarestand en kalibratie-informatie (voorbeeld) Controleer of de PROFITEST zich in het bereik van de pc’s XTRA ® bevinden (ca. 5 ... 8 meter). Activeer de Bluetooth in de PROFITEST (zie figuur 1) en op uw pc. XTRA De functiedraaiknop moet zich hiervoor in positie SETUP bevinden.
Algemene opmerkingen Meetwaarden weergeven en bewaren Op het display wordt het volgende weergegeven: Aansluiten van het apparaat • meetwaarden met hun korte aanduiding en eenheid, In installaties met randaardecontactdozen sluit u het apparaat op • de gekozen functie, het net aan met de teststekker waarop het passende landspeci- •...
Hulpfunctie Voor elke schakelaarstand resp. basisfunctie kunt u de volgende informatie in beeld brengen, als u ze met de functiedraaiknop heeft gekozen: • Aansluitschakeldiagram • Meetbereik • nominaal bereik en meetonnauwkeurigheid • nominale waarde ➭ Druk voor het oproepen van de hulpfunctie op de knop HELP. ➭...
Willekeurig instelbare parameters of grenswaarden Tweepolige meting met snelle of halfautomatische polari- teitswissel Voor bepaalde parameters kunt u naast de vaste waarden nog willekeurig andere waarden binnen de opgegeven grenzen instel- Voor de volgende metingen is een snelle, halfautomatische twee- len, als het symbool Menu EDIT (3) aan het einde van de lijst met polige meting mogelijk.
Meten van spanning en frequentie 6.1.2 Spanning tussen L – PE, N – PE en L – L bij aansluiting van een 2-polige adapter Meetfunctie kiezen Door op de hiernaast afgebeelde softkeyknop te drukken, schakelt u om tussen het landspecifieke stekkerinzetstuk bv.
3-fasenmeting (verbonden spanningen) en draaiveldrichting Controleren van lekstroom-veiligheidsschakelingen (RCD) Aansluiting Het controleren van aardlekschakelaars (RCD) omvat: Om het apparaat aan te • Bezichtigen, sluiten heeft u de meetadapter (2-polig) • testen, nodig die met de mee- • meten. geleverde meetkabel tot Voor het testen en meten gebruikt u de tester.
Beproevingsnorm Meten van de contactspanning (m.b.t. nominale fout- stroom) met van de nominale foutstroom en aan- Volgens DIN VDE 0100 deel 600:2008 moet worden bewezen dat spreekmeting met nominale foutstroom – de contactspanning die optreedt bij de nominale foutstroom de voor de installatie maximaal geoorloofde waarde niet overschrijdt.
Pagina 19
1) Meting van de contactspanning zonder aanspreken van de RCD 2) Aanspreekmeting na het meten van de contactspanning ➭ Druk op de knop I ΔN Meetprocedure Om de contactspanning U te achterhalen die bij nominale fout- IΔN De aanspreekmeting is stroom optreedt, meet het apparaat met een stroom die slechts voor elke RCD-aardlek- ca.
Speciale metingen van installaties resp. RCD-veiligheids- schakelaars 7.2.1 Testen van installaties resp. RCD-veiligheidsschakelaars met stijgende lekstroom (wisselstroom) voor RCD’s van het type A, F, AC en B Contactspanning: Meetprocedure Voor het testen van de RCD-aardlekschakeling genereert het apparaat in het net een continu stijgende foutstroom van Aanspreekgrenswaarden: •...
• 7.2.3 RCD-aardlekschakelaars testen met 5 7.2.4 Controleren van RCD-veiligheidsschakelaars, Δ N die voor pulserende gelijkfoutstromen geschikt zijn De aanspreektijd wordt in dit geval gemeten met 5-voudige nominale foutstroom. Hiervoor kunnen de RCD-aardlekschakelaars met positieve of negatieve halve golven worden getest. Het aanspreken gebeurt Opmerking conform de norm met 1,4-voudige nominale stroom.
Testen van speciale RCD-veiligheidsschakelaars Activeringstest ➭ Druk op de knop I . De RCD-aardlekschakelaar spreekt aan. ΔN 7.3.1 Installaties met selectieve RCD-aardlekschakelaars van Op het display verschijnen knipperende balken en daarna de het type RCD-S aanspreektijd t en de aardingsweerstand R In installaties waarin twee in serie geschakelde RCD-aardlekscha- kelaars worden gebruikt, die in geval van een fout niet gelijktijdig mogen aanspreken, gebruikt men selectieve RCD-aardlekscha-...
Meetprocedure 7.3.3 SRCD, PRCD-S (SCHUKOMAT, SIDOS of dergelijke) Afhankelijk van de meetprocedure kan het volgende worden RCD-aardlekschakelaars van de serie SCHUKOMAT, SIDOS en gemeten: dergelijke die hiermee elektrisch identiek zijn, moeten worden getest nadat de passende parameter is gekozen. • de activeringstijd t bij activeringstest met nominale lekstroom (de PRCD-K moet reeds bij nominale stroom aanspreken)
7.3.4 RCD-schakelaar van het type G of R Parameter instellen – 5-voudige nominale stroom Met behulp van de tester is het mogelijk om naast de normale en selectieve RCD-aardlekschakelaars ook de speciale eigenschap- pen van een G-schakelaar te controleren. De G-schakelaar is een Oostenrijkse bijzonderheid en voldoet aan de apparatennorm ÖVE/ÖNORM E 8601.
(RCD-)Aardlekschakelingen testen in TN-S-netten (RCD-)aardlekschakelingen testen in IT-netten met hoog kabelvermogen (bv. in Noorwegen) Aansluiting Bij de RCD-metingen U ) en de aardingsmeting (R I Δ N Δ N kan de netvorm (TN/TT of IT) worden ingesteld. Bij metingen in het IT-net is een sonde absoluut noodzakelijk, omdat de optredende contactspanning U niet zonder sonde IΔN...
Controleren van de uitschakelvoorwaarden Meetfunctie kiezen van overstroombeveiligingsinrichtingen, Meten van de lusimpedantie en berekenen van L-PE de kortsluitstroom (functie Z en I L-PE Het testen van overstroombeveiligingen houdt het bekijken en meten in. Voor het meten gebruikt u de PROFITEST ASTER Aansluiting contactstop met rande-...
Metingen met onderdrukking van de RCD-aanspreking Instellingen I -berekeningen 8.1.1 Meten met positieve halve golven (alleen PROFITEST XTRA Met de meting met halve golven plus DC is het mogelijk om lusim- Limiet / grenswaarde: pedanties in installaties te meten die met RCD-aardlekschake- laars zijn uitgerust.
Evaluatie van de Meten de netzimpedantie (functie Z meetwaarden Meetprocedure (interne netweerstand) Aan de hand van Tabel 1 op pagina 84 kunt u de De netimpedantie Z wordt volgens dezelfde meetprocedure maximaal toegelaten gemeten als de lusimpedantie Z (zie hoofdstuk 8 op pagina L-PE lusimpedanties Z 26).
Pagina 29
Meting starten Keuze van de polariteit Halfautomatische meting Parameter AUTO zie ook hoofdstuk 5.8 L-PE-relaties zijn hier niet mogelijk. Na het geven van de AUTO-opdracht wordt de neutrale L-N-relatie tijdens de AUTO-procedure niet mee aangeboden! Limiet / grenswaarde: < Limiet / grenswaarde ⏐...
Meten van de aardingsweerstand (functie R Meting met of zonder aardelektrodespanning volgens de inge- voerde parameters resp. de keuze van het aansluitingstype: De aardingsweerstand R is van belang voor de automatische uit- RANGE Aansluiting Meetfuncties schakeling in delen van de installatie. Hij moet laagohmig zijn, geen sondemeting zodat er in het geval van een fout een hoge kortsluitstroom xx Ω...
10.1 Meting van de aardingsweerstand – netgevoed 10.2 Aardweerstandmeting – op batterijen werkend „gebruik op bat- terijen“ De volgende drie meetsoorten resp. aansluitingen zijn mogelijk: De volgende vijf meetsoorten resp. aansluitingen zijn mogelijk: • 2-polige meting met 2-polige adapter • 3-polige meting met adapter PRO-RE •...
10.3 Aardingsweerstand netgevoed – 2-polige meting met 2-polige adapter of landspecifieke stekker (contactstop) zonder sonde Legenda Parameter instellen q Meetbereik: AUTO, 10 kΩ (4 mA), 1 kΩ (40 mA), 100 Ω (0,4 A), Systeemaarde 10 Ω (3,7 ... 7 A) Bij installaties met RCD-aardlekschakelaar Aardingsweerstand moet de weerstand resp.
10.4 Meting van de aardingsweerstand netgevoed – 3-polige meting: 2-polige adapter met sonde Legenda Parameter instellen q Meetbereik: AUTO, Systeemaarde 10 kΩ (4 mA), 1 kΩ (40 mA), 100 Ω (0,4 A), 10 Ω (3,7 ... 7 A) Aardingsweerstand Bij installaties met RCD-aardlekschakelaar moet de weerstand Aardingsweerstand door systemen van de potentiaalveref- resp.
10.5 Aardweerstandmeting op stroom werkend – Meten van de aardelektrodespanning (functie U Deze meting is alleen mogelijk met sonde, zie hoofdstuk 10.4. Parameter instellen De aardelektrodespanning U is de spanning die op de aardelek- q Meetbereik: 10 Ω / U trode tussen de aardaansluiting en de referentieaarde optreedt, q Aansluitingstype: 2-polige adapter + sonde als er tussen de buitenste geleider en de aardelektrode een kort-...
10.6 Meting van de aardingsweerstand netgevoed – Selectieve meting van de aardingsweerstand met stroomtangsensor als toebehoren Als alternatief voor de klassieke meetmethode kan een meting ook worden verricht met de stroomtangsensor. Legenda Parameter instellen op de tester q Meetbereik (meetstroomkeuze): Systeemaarde 1 kΩ...
Pagina 36
• Om een elektrische schok te voorkomen moet u de METRA- FLEX schoon houden en mag het oppervlak niet verontreinigd raken. • Zorg ervoor dat de flexibele stroomsensor, de verbindingskabel en de elektronicabehuizing vóór gebruik droog zijn. Meting starten Als u de overzetverhouding in de tester heeft veranderd, verschijnt er een pop-up in beeld met de opmerking dat deze nieuwe instel- ling ook op de aangesloten stroomtangsensor moet worden ver- richt.
10.7 Meting van de aardingsweerstand – batterijgevoed „gebruik op batterijen“ – 3-polig Driedraadsprocedure Opmerking Om shunts te verkomen moeten de meetleidingen goed PROFITEST , PROFITEST XTRA geïsoleerd zijn. De meetleidingen mogen niet worden gekruist of over een lange afstand parallel met elkaar ver- lopen.
10.8 Meting van de aardingsweerstand – batterijgevoed „gebruik op batterijen“ – 4-polig Vierdraadsprocedure Opmerking Om shunts te verkomen moeten de meetleidingen goed PROFITEST , PROFITEST XTRA geïsoleerd zijn. De meetleidingen mogen niet worden gekruist of over een lange afstand parallel met elkaar ver- lopen.
Pagina 39
➭ Plaats de sonde in het midden van de verbindingslijn aard- ➭ De hulpaardelektrode H wordt geplaatst op de grootst moge- elektrode - hulpaardelektrode en bepaal de aardingsweer- lijke afstand van de aardingsinstallatie. stand. ➭ Met de sonde wordt de zone tussen de aardelektrode en de ➭...
10.9 Meting van de aardingsweerstand batterijgevoed „Op batterijen werkend“ – selectief (4-polig) met stroomtangsensor en meetadapter PRO-RE als toebehoren Algemeen Parameter instellen op de tester q Meetbereik: 200 Ω PROFITEST , PROFITEST XTRA Opmerking Als op selectieve meting wordt omgeschakeld, wordt automatisch omgeschakeld op het meetbereik AUTO, als een meetbereik van meer dan 200 Ω...
10.10 Meting van de aardingsweerstand batterijgevoed „gebruik op batterijen – Aardweerstandmeting (mit stroomtangsensor en -transformator alsook meetadapter PRO-RE/2 als toebehoren) ➭ Fixeer de 2 tangen op een aardelektrode (spies) en doe dit op Methode 2-tangmeting verschillende hoogten en met een afstand die groter of gelijk is aan 30 cm.
10.11 Meting van de aardingsweerstand batterijgevoed „gebruik op Meetfunctie kiezen batterijen“ – Meting van de specifieke aardingsweerstand ρ Algemeen Gebruiksmodus kiezen De gekozen bedrijfsmodus wordt geïnverteerd weer- gegeven: wit batterijsymbool op zwarte achtergrond. Meting van de specifieke aardweerstand Parameter instellen De bepaling van de specifieke aardingsweerstand is noodzakelijk q Meetbereik: AUTO, 50 kΩ, 20 kΩ, 2 kΩ, 200 Ω, 20 Ω...
Pagina 43
Geologische analyse Berekenen van de spreidingsweerstanden Afgezien van extreme gevallen gaat de meting van de bodem die Voor de vaak voorkomende aardelektrodevormen zijn in deze moet worden onderzocht tot een diepte die ongeveer gelijk is met tabel de formules aangegeven voor het berekenen van de sprei- de afstand van de sonde d.
Meten van de isolatieweerstand De poling kiezen 2-polige meting (keuze alleen voor rapportage van belang): Metingen tussen Lx-PE / N-PE / Lx-N / Lx-Ly / AUTO* Let op! met x, y = 1, 2, 3 Metingen op installaties met RCD’s Isolatiemetingen in elektrische installaties met RCD’s van * Parameter AUTO zie hoofdstuk 5.8 het type B mogen alleen plaatsvinden als de RCD’s zijn...
Pagina 45
De functie constante testspanning biedt twee mogelijkheden: wordt gestart met de knop „START/STOPP“ en verloopt auto- noom totdat zich één van de volgende gebeurtenissen voordoet: • Als u kort op de knop ON/START drukt, wordt de ingestelde testspanning U uitgevoerd en de isolatieweerstand R •...
Bijzondere voorwaarden bij de isolatieweerstandsmeting Parameter instellen Let op! Testspanning: 50 V / 100 V / 250 V / 325 V / 500 V / 1000 V* Isolatieweerstanden kunnen alleen op spanningsvrije ob- jecten worden gemeten. Als de gemeten isolatieweerstand kleiner is dan de ingestelde grenswaarde, dan brandt de LED U ≥...
Meten van laagohmige weerstanden tot 200 ohm Bij het gebruik van meetleidingen of verlengingsleidingen kan hun ohmse weerstand automatisch worden afgetrokken van het (aardleidingen en potentiaalvereffeningsleidingen) meetresultaat. Ga hiervoor als volgt te werk: ➭ Zet R = 0.00 Ω“ wordt in de van OFF naar ON.
Pagina 48
Meting starten Opmerking Laagohmige weerstanden meten De weerstanden van meetkabel en meetadapter (2-polig) worden door de meting in vierdraadstechniek automa- tisch gecompenseerd en worden niet meegerekend in het meetresultaat. Als u echter een verlengingsleiding gebruikt, dan moet u de weerstand ervan meten en hem aftrekken van het meetresultaat.
Metingen met sensoren als toebehoren Parameter instellen Naargelang het ingestelde meetbereik op de stroomtangsensor 13.1 Stroommeting met behulp van een stroomtangsensor moet de parameter overzetverhouding dienovereenkomstig ook op de tester worden ingesteld. Voor-, lek- en compensatiestromen tot 1 A alsook werkstromen tot 1000 A kunt u met behulp van speciale stroomtangen meten die u voor dit doel aansluit op de stekkerbussen (15) en (16).
Speciale functies – schakelaarstand EXTRA Keuze van de speciale functies Als u op de bovenste softkeyknop drukt, komt u in de lijst met de schakelaarstand EXTRA kiezen speciale functies. Kies de gewenste functie met behulp van het symbool. EXTRA Overzicht van de speciale functies Soft- Betekenis / speciale functie Hoofd-...
) – functie ΔU 14.1 Spanningsval meten (bij Z Meting zonder OFFSET Ga hiervoor als volgt te werk: Betekenis en weergave van ΔU (volgens DIN VDE 100 deel 600) ➭ Zet OFFSET van ON op OFF. De spanningval van het snijpunt tussen verdelingsnet en verbrui- kersinstallatie tot aan het aansluitpunt van een elektrisch gebruiksmiddel (contactdoos of aansluitklem van het apparaat) mag niet hoger zijn dan 4% van de nominale spanning van het net.
14.2 Meten van de impedantie van isolerende vloeren en muren Meting starten (standsplaatsisolatie-impedantie) - functie Z Meetprocedure Het apparaat meet de impedantie tussen een belaste metalen plaat en de aarde. Als wisselspanningsbron wordt de netspanning gebruikt die op de meetplaats aanwezig is. De vervangingsscha- keling van Z wordt beschouwd als parallelschakeling.
14.3 Controleren van de meterstart met randaardestekker Meetwaarde opslaan – functie kWh Het starten van energieverbruiksmeters kan hier worden getest. Aansluiting L – N Randaardestekker Speciaal geval Het starten van energieverbruiksmeters die tussen L-L of L-N geschakeld zijn, kan hier worden getest. Meting starten Aansluiting L –...
14.4 Lekstroommeting met lekstroommeetadapter PRO-AB als Meetprocedure toebehoren – functie I (alleen PROFITEST XTRA Zie voor het verrichten van de meting ook de gebruiksaanwijzing van de lekstroommeetadapter PRO-AB. Gebruik De meting van de contactspanning volgens DIN VDE 0107 deel 10 en de meting van de continu stromende lek- en patiëntenhulp- stromen conform IEC 62353 (VDE 0750 deel 1) / IEC 601-1 / EN 60601-1:2006 (Medische elektrische apparaten –...
14.5 Isolatiebewakingsapparaten testen Grenswaarden voor R in % instellen L-PE – functie IMD Gebruik Isolatiebewakingsapparaten IMD’s (Insulation Monitoring Device) of aardsluitingsaanwijzers (Earthfault Detection System) worden Limiet / grenswaarde: gebruikt in IT-netten om het instandhouden van een minimale iso- latieweerstand te bewaken zoals dit in DIN VDE 0100-410 vereist I <...
Pagina 56
Evaluatie Oproepen van de opgeslagen meetwaarden De meting moet worden gestopt om ze te kunnen beoordelen. Dit Pas na uw evaluatie kan de meetwaarde worden bewaard en geldt zowel voor de manuele als voor de automatische meting. hiermee worden overgenomen in het meetrapport, zie ook hoofd- Hiervoor drukt u op de knop „START“...
14.6 Restspanningsmeting – Functie Ures (alleen PROFITEST Meetprocedure – continue meting XTRA Gebruik Voorschrift EN 60 204 eist dat de restspanning op elk actief gedeelte van de machine dat kan worden aangeraakt en waarop tijdens het gebruik een spanning staat van meer dan 60 V, na het uitschakelen van de voedingsspanning binnen 5 s gedaald moet zijn naar een waarde van 60 V of minder.
Pagina 58
14.7 Intelligente drempel – functie ta+IΔ (alleen Meting van de contactspanning starten PROFITEST XTRA 14.7.1 Gebruik Het voordeel van deze meetfunctie tegenover de aparte metingen van I en t is dat de uitschakeltijd en de uitschakelstroom gelijk- ΔN tijdig worden gemeten met trapsgewijs stijgende meetstroom waarbij de RCD maar één keer moet worden aangesproken.
14.8 Bewakingsapparaten voor verschilstroom testen Contactspanning meten – functie RCM (alleen PROFITEST XTRA Algemeen Bewakingsapparaten voor verschilstroom RCM’s (Residual Cur- rent Monitor) bewaken de verschilstroom in elektrische installaties en geven deze permanent aan. Zoals bij aardlekbeveiligingen kun- nen gestuurde, externe schakeleenheden de voedingsspanning uitschakelen als een bepaalde verschilstroom wordt overschre- den.
14.9 Controleren van de bedrijfsstatussen van een elektrische Status C – Niet gassend voertuig herkend auto op elektrische laadpunten volgens IEC 61851 (alleen • Voertuig gereed om te worden opgeladen / vermogen wordt PROFITEST XTRA ingeschakeld, Een laadstation is een bedrijfsmiddel bedoeld voor het laden van •...
Meetreeksen (automatische meetprocedures) Bedieningsoverzicht: Meetreeksen op de pc maken – functie AUTO Kies de gebruikte tester! Als er successievelijk steeds weer hetzelfde aantal metingen met aansluitende rapportering moet worden verricht, zoals dit bv. bij 1 2 3 4 normen is voorgeschreven, dan is het raadzaam om meetsequen- ties toe te passen.
Pagina 62
Let erop dat de meetreeksen die in de tester worden opgevraagd Meetreeks op de tester kiezen en starten door de volgende acties worden gewist in de tester: Figuur 15.1 • door het ontvangen van selectielijsten van de pc (ETC: Apparaat → Keuzelijsten → Keuzelijsten verzenden) •...
Database 16.2 Overdracht van verdelerstructuren De volgende overdrachten zijn mogelijk: 16.1 Aanmaken van verdelerstructuren algemeen • Het overdragen van een verdelerstructuur van de pc naar de In de tester PROFITEST kan een volledige verdelerstructuur tester. ASTER met stroomkring- resp. RCD-gegevens worden aangemaakt. •...
Symboliek verdelerstructuur / boomstructuur Symbolen Betekenis Het meetsymbool haakje achter een structuurelementsymbool betekent: alle me- Gekozen structuurelement wissen tingen bij dit element zijn geslaagd Meetsymbool x: minstens één meting is niet geslaagd Geen meetsymbool: er is nog geen meting verricht Meetgegevens in beeld brengen, voor zover er voor dit structuurelement een meting is verricht.
Nieuw object uit lijst kiezen 16.3.2 Zoeken van structuurelementen omhoog bladeren omhoog bladeren omlaag bladeren omlaag bladeren keuze bevestigen Keuze bevestigen / Niveau wisselen In beeld brengen van object- of identificatienummer Menukeuze → pagina 3/3 Kies een gewenst object uit de lijst met de knoppen ↓ en beves- tig dit met de knop ↵.
Opmerking Voor zover u de parameters in het meetaanzicht veran- dert, worden deze niet overgenomen voor het struc- tuurelement. De meting met de veranderde parameters kan toch onder het structuurelement worden opgeslagen waarbij de gewijzigde parameters bij elke meting mee gerapporteerd worden.
Gegevensanalyse en rapportage met het programma ETC 16.4.1 Het gebruik van barcode- en RFID-leesapparaten Alle gegevens inclusief de verdelerstructuur kunnen met het pro- Zoeken naar een reeds geregistreerde barcode gramma ETC naar de pc worden doorgestuurd en geanalyseerd Het uitgangspunt (schakelaarstand en menu) is willekeurig. worden.
Bedienings- en weergave-elementen traagde reactie optreden in vergelijking met de bediening die rechtstreeks op het apparaat plaats vindt. Tester en adapter (7) Krokodillenclip (opsteekbaar) (1) Bedieningsterminal – Display (8) Meetpennen Op het LCD-display wordt het volgende weergegeven: De meetpennen vormen de tweede (vaste) en derde (opsteek- •...
(17) Sondeaansluiting Bedieningsterminal – LED’s U heeft de sondeaansluiting nodig voor het meten van de son- despanning U , de aardelektrodespanning U , de aardings- LED MAINS/NETZ S-PE weerstand R en de standplaatsisolatieweerstand. Zij werkt alleen als het apparaat is ingeschakeld. Zij werkt niet bin- Zij kan worden gebruikt bij het testen van RCD-aardlekbeveiligin- nen het spanningsbereik U en U...
Signalisering van de LED’s, netaansluitingen en potentiaalverschillen Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar LED-signaliseringen Correcte aansluiting, meting vrijgegeven ΔN NETZ/ brandt L-PE groen ΔU, Z MAINS , kWh, IMD, int. Drempel, RCM N-leider niet aangesloten, ΔN meting vrijgegeven NETZ/...
Pagina 71
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar Controle netaansluiting — Driefasensysteem — LCD-aansluitpictogrammen verschijnt Rechts draaiveld in beeld (driefasenmeting) verschijnt Links draaiveld in beeld (driefasenmeting) verschijnt Verbinding tussen L1 en L2 in beeld (driefasenmeting) verschijnt Verbinding tussen L1 en L3 in beeld...
Pagina 72
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar accutest Batterijen moeten worden opgeladen of tegen het einde van de bruik- verschijnt alle in beeld baarheidsduur worden vervangen (U < 8 V). PE-meting door vingercontact met de contactvlakken van de teststekker LED’s Potentiaalverschil ≥...
Pagina 73
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar Stoorspanning aanwezig Oplossing: het meetobject moet spanningsvrij worden geschakeld Stoorspanning > 20 V op de sonden: PRO-RE RE (bat) H tegen E of S tegen E geen meting mogelijk PRO-RE RE (bat) Sonde ES niet of verkeerd aangesloten.
Pagina 74
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar 1) Netaansluitingsfout Oplossing: controleer de netaansluiting Display in het aansluitpictogram: PE onderbroken (x) of ΔN met betrekking tot de knoppen van de teststekker onderliggende aardleidingsbeugel onderbroken L-PE Oorzaak: spanningsmeetpad onderbroken Gevolg: De meting wordt geblokkeerd Opmerking: Alleen als...
Pagina 75
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar Invoerplausibiliteitscontrole — Controle van de parametercombinaties — LCD-pictogrammen Parameter out of range 5 x 500 mA niet mogelijk ΔN Type B niet bij G/R, SRCD, PRCD ΔN 180 graden niet bij G/R, SRCD, PRCD ΔN DC niet bij G/R, SRCD, PRCD...
Pagina 76
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar 15 mA alleen mogelijk in het 1 kΩ - en 100 Ω-bereik! 15 mA alleen als lusmeting met of zonder sonde EXTRA → RCM Bij RCM: Type AC en B+ niet mogelijk in het IT-net geen meting met halve golf of DC mogelijk ΔN De parameters die u heeft gekozen zijn niet zinvol in combinatie met de...
Pagina 77
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar Meldingen — LCD-pictogrammen — Testsequenties De testsequentie bevat een meting die niet door het aangesloten meetap- paraat verwerkt kan worden. De betreffende testfase moet worden over- AUTO geslagen.
Pagina 78
Toe- Test- Meet- Stand van de Functie / betekenis stand stekker adapter functieschakelaar Database- en invoeroperaties — LCD-pictogrammen Meetwaarden opslaan met afwijkende stroomkringparameters De door u op de tester ingestelde stroomkringparameter stemt niet over- een met de parameter die in de structuur bij de objectgegevens is opge- slagen.
Referentieomstandigheden Overbelastbaarheid 230 V ± 0,1 % Netspanning 1200 V continu 50 Hz ± 0,1 % Netfrequentie 600 V continu L-PE Frequentie van de RCD, R 440 V continu 45 Hz … 65 Hz meetgrootheid 550V (begrenst het aantal metingen en L-PE Curvevorm v.d.
Onderhoud 20.3 Zekeringen Als een zekering door een overbelasting aanspreekt, dan ver- 20.1 Firmwarestand en kalibratie-informatie schijnt hiervoor een foutmelding op het display. De spannings- meetbereiken van het apparaat blijven echter werken. Zie hoofdstuk 4.6. Zekering vervangen 20.2 Gebruik van batterijen en laadproces Kijk met korte tussenpozen regelmatig of na langdurige opslag Let op! van uw apparaat of de batterijen niet zijn uitgelopen.
Bijlagen 21.1 Tabellen voor het berekenen van de maximum resp. minimum weergavewaarden met inachtneming van de maximum meeton- nauwkeurigheid van het apparaat Tabel 1 Tabel 3 (volledige golf) / (+/- halve golf) MΩ L-PE. L-PE. (Ω) (Ω) Grens- Min. Grens- Min.
Pagina 85
Tabel 5 kΩ Grens- Min. waarde weergave- waarde >999 Tabel 6 Minimum weergavewaarden kortsluitstroom voor het berekenen van de nominale stromen van verschillende zekeringen en schakelaars voor netten met nominale spanning =230V Nominale Laagspanningszekeringen met stroombreker en vermogensschakelaar stroom I volgens normen van de reeks DIN VDE 0636 Karakteristiek gL, gG, gM Karakteristiek B/E...
21.2 Bij welke waarden moet een RCD eigenlijk correct aan- Soort resp. vorm van de foutstroom op de PROFITEST spreken? Eisen aan een aardlekbeveiliging (RCD) instellen: XTRA Algemene eisen: • De beveiliging moet ten laatste aanspreken als er nominale Golfvorm: foutstroom stroomt (nominale verschilstroom I ΔN negatieve halve golf...
Het controleren van elektrische installaties houdt het „Bekijken“, Controle van de werking „Testen“ en „Meten“ in en daarom zijn ze voorbehouden aan vak- De machine wordt gebruikt met nominale spanning en gecontro- mensen met een passende beroepservaring. leerd op werking, vooral op veiligheidsfuncties. Technisch gezien zijn uiteindelijk de waarden van de norm VDE 0664 in eerste instantie bindend.
21.4 Herhalingsmetingen volgens BGV A3 – grenswaarden voor elektrische installaties en bedrijfs- middelen Grenswaarden volgens DIN VDE 0701-0702 Maximaal geoorloofde grenswaarden van de aardleidingsweerstand bij aansluitsnoeren tot een lengte van 5m Leegloopspan- Beproevingsnorm meetstroom Behuizing – ning netstekker 0,3 Ω + 0,1 Ω...
21.5 Lijst van de korte aanduidingen en hun betekenis Stroom Uitschakelstroom RCD-schakelaar (aardlekbeveiliging) Lekstroom (meting met stroomtangtransformator) Aanspreekstroom Δ Meetstroom Nominale foutstroom ΔN Nominale stroom Stijgende meetstroom (foutstroom) Meetstroom PRCD Portable (mobiele) RCD PRCD-S : met aardleidingsherkenning resp. aardleidingsbewaking Spanning PRCD-K: Frequentie van de netspanning met onderspanningsaanspreking en aardleidingsbewaking...
Reparatie- en reserveonderdelenservice Rekalibratie Kalibratiecentrum* en apparatenverhuurservice De meetopgaven en de manier waarop uw meetapparaat wordt behandeld, hebben een invloed op de levensduur van de bou- Neem desgewenst contact op met: welementen en kan tot afwijkingen leiden van de nauwkeurigheid die wordt gegarandeerd.