Programmeren van de besturingsuitgangen (relais en 4 ... 20 mA)
10.15.3
Inrichten van een 4 ... 20 mA-uitgang voor een meetwaarde (toepassing: SPS-
feedback):
82
8.
In het volgende menu wordt u gevraagd of er vergrende‐
lingen nodig zijn. Wanneer dit niet zo is, bladert u naar
[NONE] .
U kunt een digitale ingang naar wens gebruiken om een ver‐
grendeling in te stellen, bijvoorbeeld een stromingsschake‐
laar of een digitale fantoomingang.
[F1] .
9.
Druk op de toets
10.
Stel de onderste pH-waarde in.
[F1] .
11.
Druk op de toets
12.
Stel de bovenste pH-waarde in.
[F1] .
13.
Druk op de toets
[ESC] om de wijzigingen op te slaan en het
14.
Druk op de toets
menu te verlaten, of op
gureren van de uitgang.
U kunt het leegloopalarm in- of uitschakelen en vervolgens de uit‐
gang zo instellen dat de uitgang afvalt tot 0% (4 mA) of zijn waarde
onthoudt, wanneer de stopknop op het toetsenbord wordt inge‐
drukt. Op deze manier kunt u ervoor zorgen dat de uitgang naar
een pomp wordt uitgeschakeld of doorgaat met het doorsturen van
een waarde aan een DCS.
[MENU] .
1.
Druk op toets
[l/O SETUP] .
2.
Blader naar optie
[OK] .
3.
Druk op de toets
4.
Blader naar de gewenste uitgang, bijv.
[F2] .
5.
Druk op de toets
6.
Blader naar de gewenste ingang, bijv. pH-ingang.
[F1] .
7.
Druk op de toets
8.
In het volgende menu wordt u gevraagd of er vergrende‐
lingen nodig zijn. Wanneer dit niet zo is, bladert u naar
[NONE] .
U kunt een digitale ingang naar wens gebruiken om een ver‐
grendeling in te stellen, bijvoorbeeld een stromingsschake‐
laar of een digitale fantoomingang.
[F1] .
9.
Druk op de toets
10.
Stel de bovenste pH-waarde in.
[F1] .
11.
Druk op de toets
12.
Stel de onderste pH-waarde in.
ð
De klant moet dezelfde verschaling toe‐
passen. Wanneer de verschalingen ver‐
schillend zijn, moeten deze op elkaar
worden aangepast.
[F1] .
13.
Druk op de toets
[F1] om verder te gaan met het confi‐
[E:4 ... 20 mA output] .