Inhoudsopgave
Advertenties
9.8.3 Diagnosefuncties voor besturingskaart met 4 ... 20 mA ingang
4.
Diagnose 2: Ruwe meetwaard sensor.
5.
Diagnose 3: De versterking wijzigt als gevolg van de sensor‐
kalibratiewaarde = ruwe meetwaarde * versterking + offset,
bijvoorbeeld 999 * 0,16 + 0 = 1599 µS.
6.
Diagnose 4: De offset wijzigt als gevolg van de sensorkali‐
bratie.
7.
Diagnose 5: Melding van alle typen alarmen.
8.
Diagnose 6: Type besturingskaart, dubbele geleidbaarheid.
9.
Diagnose 7: Voor interne doeleinden fabriek.
10.
Diagnose 8: Voor interne doeleinden (type besturingskaart
en productcode).
11.
Diagnose 9: Serienummer van de besturingskaart.
12.
Diagnose 10: Voor interne doeleinden fabriek.
13.
Diagnose 11: Firmwareversie van de besturingskaart, bij‐
voorbeeld "01.00.00.02".
14.
Diagnose 19: Ingangswaarde temperatuur, bijvoorbeeld 75
°F.
1.
Om diagnosegegevens op te roepen, drukt u op toets F1
2.
Navigeer met behulp van de toetsen ⇑ of ⇓ naar het
gewenste I/O-kanaal met 4 ... 20 mA-ingang en druk op toets
[F3] .
3.
Diagnose 1: Sensortype (CLE3=chloor, CBR=broom,
CGE=oxidatiemiddel, CLO=chloor, CTE=chloor, fluores‐
centie, PAA=perazijnzuur, pH-sensor, redoxsensor, tempera‐
tuur, toroïdale geleidbaarheidssensor)
4.
Diagnose 2: Diagnose 2: Ruwe meetwaarde sensor, 11,99
mA= 66,6%, ampèrometrische sensoren gebruiken 4 ... 16
mA voor het min.- en max.-bereik.
5.
Diagnose 3: De versterking wijzigt als gevolg van de sensor‐
kalibratiewaarde = ruwe meetwaarde * versterking + offset,
bijvoorbeeld 11,99 mA * 0,833 + (-3.333) = 6,655 ppm
6.
Diagnose 4: De offset wijzigt als gevolg van de sensorkali‐
bratie.
7.
Diagnose 5: Melding van alle typen alarmen.
8.
Diagnose 6: Type besturingskaart, bijvoorbeeld dubbele 4 ...
20 mA-ingang.
9.
Diagnose 7: Voor interne doeleinden fabriek.
10.
Diagnose 8: Voor interne doeleinden (type besturingskaart
en productcode).
11.
Diagnose 9: Serienummer van de besturingskaart.
12.
Diagnose 10: Voor interne doeleinden fabriek.
13.
Diagnose 11: Firmwareversie van de besturingskaart, bij‐
voorbeeld "01.00.00.02".
14.
Diagnose 14: Sensorbereik, bijvoorbeeld 0 ... 10 ppm.
Programmeren van de ingangen
57
Advertenties
Inhoudsopgave
