Inhoudsopgave
Advertenties
10.7.2.2
Verwijderen of bewerken van een gebeurtenis
10.8
Vergrendelingen
10.8.1
Instellen/opheffen van vergrendelingen
Programmeren van de besturingsuitgangen (relais en 4 ... 20 mA)
Deze methode geldt voor alle relais.
1.
Druk op toets
2.
Blader omlaag naar
[OK] .
3.
Blader omlaag naar het relais en druk op toets
4.
Gebruik de toetsen ⇑ of ⇓ om de gebeurtenis te selecteren
die u wilt bewerken.
5.
Druk op de toets
bewerken of te wissen.
Druk op de toets
figureren.
6.
Wanneer u toets
pijltjestoetsen om de starttijd en de duur te wijzigen.
7.
Druk op de toets
menu te verlaten.
Vergrendelingen kunnen worden ingesteld via de digitale ingangen
en zorgen ervoor dat uitgangen tijdelijk buiten werking worden
gezet (relais 1 ... 9 en 4 ...20 mA-uitgangen). Een besturingspro‐
gramma voor een koeltoren bevat normaliter een digitaal ingangs‐
signaal van een stromingsschakelaar. Wanneer de stromingsscha‐
kelaar waarneemt dat er geen monsterwater stroomt, stelt elk
relais waarvoor deze digitale ingang als vergrendeling is ingesteld,
zijn functie buiten werking, tot er weer een stroming tot stand is
gebracht.
Denk eraan dat de toets
betekent: Wanneer een vergrendeling AAN (kortgesloten) is, is de
functie van het relais onderbroken. Wanneer u op toets
verspringt de weergave van
dat alle geselecteerde vergrendelingen AAN moeten zijn om de
pauzetoestand actief te laten worden. Meerdere vergrendelingen
zijn niet gebruikelijk. Elke vergrendeling kan in combinatie met
meerdere relais en 4 ... 20 mA-uitgangen worden gebruikt. Nor‐
maal worden alle uitgangen van een koeltoren met een stromings‐
bewakingsingang in de pauzetoestand gezet.
1.
Blader vanaf het punt
2.
Druk op de toets
3.
Blader omlaag naar het relais en druk op toets
4.
Blader omlaag naar het punt
[OK] .
5.
Gebruik de toetsen ⇑ of ⇓ om de vergrendeling te selecteren
die u wilt bewerken.
6.
Druk op de toets
ð Het blok █ geeft aan, dat deze ingang momenteel gese‐
lecteerd is.
[MENU] .
[BIOTIMING EVENTS] en druk op toets
[F2 ADJUST] om een gebeurtenis te
[F3 CONFIG] om een relais opnieuw te con‐
[F2 ADJUST] heeft gedrukt, gebruikt u de
[F1] om de instellingen op te slaan en het
[F2] de betekenis [OR] (OF) heeft. Dit
[OR] naar [AND] (EN). [AND] houdt in
[MENU] omlaag naar [I/O SETUP] .
[OK] .
[INTERLOCK] en druk op toets
[F1] om de vergrendeling te selecteren.
[OK] .
[F2] drukt,
[OK] .
73
Advertenties
Inhoudsopgave
