10.11.2
Temporele modulatie/pulsbreedtemodulatie
Aansturing voor relais van het doseer‐
type.
10.11.3
PID-regeling
Aansturing voor relais van het doseer‐
type.
Programmeren van de besturingsuitgangen (relais en 4 ... 20 mA)
De relais P6 ... P9 moeten zijn ingesteld op de AAN/UIT-modus.
De temporele modulatie heeft instelbare streefwaarden voor het in-
en uitschakelen, een cyclusduur en een richting, en maakt het
mogelijk de variabelen te verhogen of te verlagen. Voorbeeld van
het verhogen: een chloorpomp verhoogt de redoxweergave. Voor‐
beeld van het verlagen: een spuiventiel verlaagt de geleidbaarheid.
Wanneer u de temporele modulatie toepast in een verhoogde
regelcyclus, ligt de streefwaarde voor het inschakelen lager dan de
streefwaarde voor het uitschakelen. Wanneer de redoxwaarde
onder de streefwaarde voor het inschakelen ligt, blijft het uitgangs‐
relais continu ingeschakeld. Wanneer de redoxwaarde boven de
streefwaarde voor het uitschakelen ligt, blijft het uitgangsrelais con‐
tinu uitgeschakeld. In beide gevallen is de temporele modulatie niet
in werking, tot de redoxwaarde tussen de beide streefwaarden ligt.
De temporele modulatie is in bedrijf proportioneel aan de redox‐
waarde, in relatie tot het bereik tussen de streefwaarden.
Voorbeeld: cyclusduur = 100 seconden, streefwaarde inschakelen
redox = 400 mV en streefwaarde uitschakelen redox = 500 mV,
actuele redoxwaarde = 450 mV. 450 mV ligt in het midden tussen
400 en 500 mV zodat de pomp ingeschakeld is gedurende 50%
van de cyclusduur, of in het voorbeeld 100 x 50% = 50 seconden is
ingeschakeld en gedurende 50% of 50 seconden is uitgeschakeld.
Wanneer de redoxwaarde daalt tot 430, is de pomp ingeschakeld
gedurende 70% en uitgeschakeld gedurende 30% van de cyclus‐
duur van 100 seconden. De temporele modulatie werkt zowel voor
verhogende als voor verlagende regelcircuits.
Deze procedure is van toepassing op relais 1 ... 5 en 6 ... 9, wan‐
neer de relais in de AAN/UIT-modus zijn.
1.
Druk op de toets
stellen.
2.
Blader naar optie
3.
Druk op de toets
4.
Blader naar het gewenste relais
5.
Druk op de toets
6.
Blader naar
7.
Druk op de toets
8.
Blader naar
9.
Druk op de toets
10.
Bewerk met behulp van de pijltoetsen de waarde voor
[PERIOD] , bijv. 120 seconden.
11.
Druk op de toets
12.
Druk op de toets
menu te verlaten.
De relais P6 ... P9 moeten zijn ingesteld op de AAN/UIT-modus.
Elk van de uitgangen P6 ... P9 en R1 ... R5 kan worden geconfigu‐
reerd voor de PID-regeling. De PID-regeling kan ook in combinatie
met 4 ... 20 mA-uitgangen worden gebruikt.
[MENU] om de temporele modulatie in te
[l/O SETUP] .
[OK] .
[2 :CHLORINE PUMP] .
[OK] .
[SPECIAL CONTROL] .
[OK] .
[TIME MODULATE] .
[F1] .
[F2] .
[ESC] om de instellingen op te slaan en het
77