Proces met 1 stap:
Proces met 2 stappen:
9.6 Kalibratie van een ampèrometrische sensor
3.
In het kalibratiemenu kunt u een keuze maken uit een proces
met 1 of met 2 stappen. U kunt het proces kiezen in het dis‐
play dat volgt op stap 2. In dit menu kunt u vervolgens met
[F3 More] naar het andere proces schakelen, of met
toets
[F Reset ] de fabrieksinstelling weer actief maken.
toets
4.
Pas de waarde aan en druk op toets
5.
Kies dan nogmaals
[ESC] om het menu te verlaten.
of druk op toets
6.
Dompel de sensor onder in een watermonster met een
bekende waarde of in een pH-buffer 7,00.
7.
Pas de weergegeven waarde aan tot deze overeenkomt met
de waarde van het watermonster of met de pH-buffer.
[F1 NEXT] om door te gaan met de tweede
8.
Druk op de toets
stap.
9.
Dompel de sensor onder in watermonster met een bekende
waarde, of in een pH-buffer 10,00.
10.
Pas de weergegeven waarde aan tot deze overeenkomt met
de waarde van het watermonster of met de pH-buffer.
11.
Druk op:
[F1 SAVE] om de wijziging op te slaan en het proces af
n
te sluiten,
[F3 CANCEL] om het proces af te breken,
of
n
[ESC] om het proces af te breken.
of
n
ð Het meet- en regelapparaat accepteert de waarde en
[Sensor Calibrated] weer, of het meet- en regelap‐
geeft
paraat geeft een foutmelding weer omdat de waarde
teveel afwijkt van de richtwaarden.
[F1 RECAL] om de sensor opnieuw te kalibreren, of
12.
Druk op
[F2 IGNORE] om de storing te negeren.
druk op
[F2 IGNORE] te drukken, blijft de actuele kalibratie‐
ð Door
waarde behouden. Wij raden dit echter af. Het meet- en
regelapparaat voert hierop wiskundige berekeningen uit
om uw invoer overeen te laten komen met de weergave
op het display. Hierdoor is het niet, of slechts beperkt,
mogelijk de uitgevoerde wijzigingen bij te houden.
[F3 RESET] om de kalibratie af te breken en terug te
13.
Druk op
keren naar de voorheen opgeslagen kalibratiewaarde.
[CAL] .
1.
Druk op toets
2.
Gebruik de toetsen ⇑ of ⇓ om het gewenste sensortype te
selecteren en druk dan op toets
ð Let op de onderstreping onder de actuele waarde. De
cursor vormt de onderstreping. Met de toetsen ⇑ of ⇓
stelt u de gewenste positie in. Met de pijltjestoetsen ⇦ en
⇨ beweegt u de cursor naar een andere positie.
3.
Neem een watermonster uit de bypassarmatuur en voer een
DPD-test uit. Druk hiervoor op de toets
te starten.
4.
Wanneer de klok de grenswaarde voor uw test bereikt, leest
u de waarde af en voert u deze in met behulp van de pijltjes‐
toetsen.
Programmeren van de ingangen
[F1 SAVE] .
[F1] om een andere sensor te kalibreren
[OK] .
[F1 DPD ] om de klok
53