Inhoudsopgave
Advertenties
10
Programmeren van de besturingsuitgangen (relais en 4 ... 20
mA)
Programmeren van de besturingsuitgangen (relais en 4 ... 20 mA)
Kwalificatie gebruiker: geschoolde gebruiker
n
„Kwalificatie van gebruiker" op pagina 20
In deze paragraaf wordt beschreven hoe relais voor het aansturen
van een proces en 4 ... 20 mA-uitgangen worden geconfigureerd
voor het aansturen of als weergave voor een analoge senso‐
ringang.
Uitgangen kunnen zijn gebaseerd op:
een sensor met AAN/UIT-streefwaarden,
n
een tijdgestuurde gebeurtenis,
n
een combinatie van een gebeurtenis en een sensor,
n
een basistoevoer,
n
een procenttimer,
n
[Bleed-and-then-Feed] -proces
een
n
en overige opties.
n
Hiertoe kunnen behoren:
een vergrendeling met digitale ingangen,
n
blokkeren van overige relais,
n
een aantal speciale besturingsfuncties.
n
Onder speciale besturingsfuncties worden onder andere verstaan:
monsternameroutine voor ketelwater,
n
variabele cycli,
n
het tijdgestuurde cyclische bedrijf,
n
de temporele modulatie,
n
de PID-regeling.
n
Met de artikelnummers en de identificatiecodes in de bestelling bij
ProMinent worden de sensoren en de ingangen vastgelegd die
standaard in de fabriek worden geconfigureerd. Sommige sen‐
soren kunnen voorbedraad zijn, bijv. de pH- en redox-coaxkabel,
sommige geleidbaarheids- en temperatuursensoren, ppm-rest‐
waardesensoren. Overige sensoren als watermeters en chemica‐
liëndoseerders kunnen voorgeconfigureerd zijn, maar moeten op
locatie worden geïnstalleerd, bekabeld, geactiveerd en mogelijk tij‐
dens de inbedrijfname worden omgeconfigureerd.
Voor het kalibreren van relais zijn drie typen beschikbaar:
[Blowdown] ,
Spuien
n
Gebeurtenissen, overige
n
[Feed] .
Dosering
n
Nadat een relais is geactiveerd, kan de toewijzing ervan uitsluitend
worden gewijzigd door het relais te deactiveren en weer te acti‐
veren voor een andere toepassing. De keuzemogelijkheid
[Blowdown] houdt in dat het relais moet worden verbonden met
een geleidbaarheidssensor, bijvoorbeeld via een 4 ... 20 mA-
ingang van onze toroïdale sensor. De uitgang schakelt in en uit op
basis van de gewenste waarden. Ook de keuzemogelijkheden
[Events-Other] en [Feed] vereisen een verdere programmering.
Deze stappen worden verderop nader uitgelegd.
Ä Hoofdstuk 4.4
[EventsOther]
63
Advertenties
Inhoudsopgave
