10.5
Configuratie van een spuirelais
Spuien:
10.6
Configuratie van een doseerrelais
10.6.1
Dosering op basis van een contactwatermeter
Programmeren van de besturingsuitgangen (relais en 4 ... 20 mA)
Wanneer een relais nog niet is benoemd of geactiveerd, moet u dit
nu doen.
Spuirelais vereisen de toepassing van een geleidbaarheidssensor.
Relais die zijn ingesteld voor de spuimodus, bieden de volgende
opties:
Eenvoudig spuien op basis van de gewenste geleidbaarheids‐
n
waarden,
inverse toevoer van geleidbaarheidsinhibitor,
n
het speciale besturingsproces onder toepassing van een mon‐
n
sternameprocedure.
Het eenvoudige spuien van koelwater wordt gebruikt in koeltoren‐
toepassingen met continu spuiproces.
1.
Druk op toets
[Set Blowdown Mode] .
2.
Druk op de toets
3.
Druk op toets
4.
Blader omlaag naar uw geleidbaarheidssensor en druk op
[OK] om de geleidbaarheidssensor te selecteren.
toets
5.
Voer de gewenste waarden in voor
Met de toetsen ⇑ en ⇓ kunt u de waarde van het onder‐
streepte teken (cursor) wijzigen.
Met de toetsen ⇨ en ⇦ kunt u verspringen naar het volgende
resp. vorige teken.
Druk op de toets
gewenste waarden voor
6.
Druk op de toets
menu te verlaten.
Er zijn 3 bedrijfsmodi voor de relais
[Blowdown] (spuien)
n
[Feed] (doseren)
n
[Event/Other] (gebeurtenis/overige)
n
Voor de selectiemogelijkheden voor doseerrelais bestaan 5 opties:
dosering op basis van een contactwatermeter,
n
dosering op basis van een willekeurige analoge sensor, inclu‐
n
sief een willekeurige 4 ... 20 mA-ingang,
spuien en/of doseren,
n
toepassing van een procenttimer,
n
toepassing van een sensor tijdens een gebeurtenis.
n
Bij een contactwatermeterdosering kunt u kiezen hoe lang een
pomp of een doseerder moet draaien, op basis van een vastge‐
legd, op een contactwatermeterteller aflopend aantal gallons of
liters. U kunt de gewenste waarden voor het instellen van de che‐
micaliëntoevoer op elk gewenst moment wijzigen. Voor deze pro‐
grammastappen moet u een ingang activeren voor de watermeter.
[MENU] en blader omlaag naar
[OK] .
[OK] voor [SENSOR CONTROL] .
[ON] en [OFF] .
[OTHER] om over te schakelen tussen de
[ON] en [OFF] .
[OK] om de wijzigingen op te slaan en het
67