9.9 Configuratie van digitale ingangen
9.9.1 Configureren van digitale ingangen als watermeters
9.9.2 Aansluiten van een watermeter op een relais (geldt voor alle relais)
9.10
Het deactiveren van een analoge of een digitale ingang
Alle digitale ingangen van O ... V zijn te configureren als waterme‐
ters.
Indien gewenst kunt u de relais herbenoemen, bijv. in "Nastroom".
1.
Om een digitale ingang te activeren en in te stellen, drukt u
[OK] .
op toets
[System] en druk op toets [OK] .
2.
Blader naar
[Enable I/O] en druk op toets [OK] .
3.
Blader naar
4.
Blader dan naar de benodigde ingang (O ... V) en druk op de
[F3] .
toets
5.
Indien nodig: Druk nogmaals op de toets
[METER] om te schakelen naar [CONTACT] .
[OK] .
6.
Druk op de toets
[MENU] .
7.
Druk op toets
8.
Blader naar de benodigde doseerder en druk op toets
9.
Indien nodig: Schakel met toets
stel vervolgens met behulp van de toetsen ⇑ of ⇓ het aantal
liters per contactsignaal in of stel de K-factor af.
[F1] om de instellingen op te slaan.
10.
Druk op de toets
De relais moeten zijn geconfigureerd voor de doseermodus.
Frequentierelais die zijn ingesteld voor AAN/UIT-bedrijf, worden op
dezelfde wijze geconfigureerd als de relais 1 ... 5.
[MENU] .
1.
Druk op toets
[SET FEED MODE] en druk op toets [OK] .
2.
Blader naar
3.
Blader naar het benodigde relais en druk op toets
[FEED MODE-TYP] voor
4.
Kies als benodigd
[WATER METER] en druk op toets [OK] .
5.
Blader naar de benodigde doseerder en druk op toets
om een keuze te maken.
[OK] .
6.
Druk op de toets
[F1 (OTHER)] om over te schakelen naar
7.
Druk op de toets
de waarde van het doseervolume.
8.
Stel de AAN-tijd van het relais in in seconden of stel de
gewenste waarde voor de ppm in.
[OK] om de instellingen op te slaan.
9.
Druk op de toets
Ingangen die zijn gekoppeld aan uitgangen, kunnen niet worden
gedeactiveerd.
[MENU] .
1.
Druk op toets
[I/O SETUP] en druk op toets [OK] .
2.
Blader naar
Programmeren van de ingangen
[F3] om van
[F3] tussen [Vol/Contact] en
[OK] .
[OK] .
[F1 ]
59