II ONDERHOUDSPROCEDURES
Installatie van bougies
Controleer voor de installatie of de
contactoppervlakken van de cilinder-
koppen en bougies niet vuil zijn.
Stel de bougiespleet met behulp
van een voelermaat in.
BOUGIESPLEET
450
570
Breng een klein beetje smeermid-
del op basis van koper tegen het
vastvreten aan op de bougieschroef-
draad en installeer de bougie op-
nieuw.
Schroef de bougies in de cilinder-
koppen met de hand of met een
passende momentsleutel.
OPMERKING
niet te strak aan om schade aan
de motor te vermijden.
AANDRAAIMOMENT
Ontstekingsbougie
10) CVT-deksel
Het CVT hoeft niet gesmeerd te
worden. Smeer nooit de onderde-
len, behalve de aandrijfrollagers.
WAARSCHUWING
Raak het CVT nooit aan als de
motor draait. Rijd nooit met het
voertuig zonder het CVT-deksel.
WAARSCHUWING
De motor moet koud zijn, voor-
dat het deksel wordt verwijderd.
Draag altijd veiligheidshand-
schoenen bij het verwijderen
van het deksel.
146
0,7 mm - 0,9 mm
0,7 mm naar 0,8 mm
Haal de bougies
20 Nm ± 2,4 Nm
Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak. Selecteer de PARKEER-
stand.
Toegang tot CVT-deksel
De CVT-deksel bevindt zich aan de
linkerkant van het voertuig.
Verwijder de volgende onderdelen:
-
Linkerzijpaneel en verlengpane-
len
-
Linkertreeplank.
TYPISCH
1. CVT-deksel
Verwijder van het CVT-deksel
(450 modellen)
Verwijder de CVT-koelluchtkanalen.
CVT-LUCHTINLAATKANAAL VERWIJDE-
REN
1. Maak de klemmen los
2. Verwijder de CVT-luchtinlaatadapter