Inhoudsopgave
Advertenties
•
Oppervlaktedesinfectie:
−
Als besmettelijk materiaal in de centrifugekamer komt, moet deze onmiddellijk worden gedesinfecteerd.
−
Ingrediënten van geschikte ontsmettingsmiddelen: ethanol, n-propanol, isopropylalcohol,
glutaardialdehyde, quaternaire ammoniumverbindingen.
−
Verwijder na gebruik van desinfecterende middelen de resten ervan met een vochtige doek.
−
De oppervlakken moeten onmiddellijk na het desinfecteren worden gedroogd.
•
Het verwijderen van radioactieve verontreinigingen:
−
Het middel moet specifiek zijn ontworpen om radioactieve verontreinigingen te verwijderen.
−
Ingrediënten van geschikte middelen voor het verwijderen van radioactieve besmetting: anionogene
oppervlakteactieve stoffen, niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen, polygehydrogeneerde ethanol.
−
Na het verwijderen van de radioactieve besmetting de restanten van het middel verwijderen met een
vochtige doek.
−
De oppervlakken moeten onmiddellijk na het verwijderen van de radioactieve besmetting worden
gedroogd.
•
De centrifugekamer moet jaarlijks en na glasbreuk op beschadigingen worden gecontroleerd.
Als veiligheidsgerelateerde beschadigingen worden vastgesteld, mag de centrifuge niet meer in
gebruik worden genomen. In dit geval moet de klantenservice worden geïnformeerd.
11.2
Rotor
•
De rotor moet schoon worden gehouden en vrij van opgedroogde zoutkristallen en andere afzettingen zijn.
•
Week de rotor in warm, gedestilleerd water of laat het water enkele minuten van bovenaf rechtstreeks in de
rotor stromen. Het water moet daarbij uit alle verstuivers stromen.
•
Als de verstuivers verstopt zijn, steekt u de meegeleverde plastic pen in de verstuivers en schuift u deze
voorzichtig heen en weer totdat de verstuivers weer vrij zijn.
•
Om corrosie en materiaalveranderingen te voorkomen, moeten de rotoren en accessoires regelmatig
worden schoongemaakt met zeep of een mild schoonmaakmiddel en een vochtige doek. Het wordt
aanbevolen om minimaal één keer per week schoon te maken. Verontreinigingen moeten direct worden
verwijderd. Ingrediënten van geschikte reinigingsmiddelen: zeep, anionogene oppervlakteactieve stoffen,
niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen.
•
Verwijder na gebruik van reinigingsmiddelen de resten ervan door na te spoelen met water (alleen buiten de
centrifuge) of door af te vegen met een vochtige doek.
•
De rotoren en accessoires moeten onmiddellijk na het reinigen worden gedroogd.
•
Desinfectie:
o Als besmettelijk materiaal op de rotoren of de accessoires terechtkomt, moet een geschikte desinfectie
worden uitgevoerd.
o Ingrediënten van geschikte desinfectiemiddelen:
Glutaaraldehyde, propanol, ethylhexanol, anionische oppervlakteactieve stoffen, corrosieremmers.
o Verwijder na gebruik van desinfecterende middelen de resten ervan door na te spoelen met water (alleen
buiten de centrifuge) of door af te vegen met een vochtige doek.
o De rotoren en accessoires moeten onmiddellijk na het desinfectie worden gedroogd.
o Het verwijderen van radioactieve verontreinigingen:
o Het middel moet specifiek zijn ontworpen om radioactieve verontreinigingen te verwijderen.
o Ingrediënten van geschikte middelen voor het verwijderen van radioactieve besmetting:
o Anionische oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen, polygehydrateerde
ethanol.
o Verwijder na het verwijderen van de radioactieve besmettingen de resten van het middel door na te
spoelen met water (alleen buiten de centrifuge) of door af te vegen met een vochtige doek.
o De rotoren en accessoires moeten onmiddellijk na het verwijderen van de radioactieve verontreinigingen
worden gedroogd.
o De rotor moet maandelijks op corrosieschade worden gecontroleerd. De rotor moet maandelijks op
corrosieschade worden gecontroleerd.
Rotoren en accessoires mogen niet meer worden gebruikt als er tekenen zijn van slijtage of corrosie,
zoals scheuren in het materiaal.
Hettich AG, Seestrasse 204a, 8806 Baech, Switzerland
Gebruikershandleiding_Rotolavit II_en_Rotolavit II-S_nl_rev2.6
Pagina 44
Advertenties
Inhoudsopgave
