11
Onderhouds- en servicewerkzaamheden
Het apparaat kan gecontamineerd zijn
Trek voor het reinigen de stekker uit het stopcontact.
Om
veiligheidsredenen
handschoenen en een ademmasker worden gedragen.
Alvorens een andere reinigings- of decontaminatiemethode te gebruiken dan de door de fabrikant
aanbevolen methode, dient de gebruiker bij de fabrikant na te gaan of de voorgestelde methode het
apparaat niet zal beschadigen.
•
Centrifuges, rotoren en accessoires mogen niet in de vaatwasser worden gereinigd.
•
Alleen handmatige reiniging en vloeibare desinfectie mogen worden uitgevoerd.
•
De watertemperatuur moet tussen 20 °C en 25 °C liggen.
•
Er mogen alleen reinigingsmiddelen of desinfectiemiddelen worden gebruikt die:
− een pH-waarde tussen 5 en 8 hebben
− geen bijtende logen, peroxiden, chloorverbindingen, zuren en logen bevatten.
•
Om tekenen van corrosie door reinigingsmiddelen of desinfectiemiddelen te voorkomen, is het essentieel
om de specifieke gebruiksaanwijzing van de betreffende fabrikant te volgen.
•
Bepaalde conserveermiddelen in niet-zure zoutoplossingen kunnen bij langdurige blootstelling de plastic
onderdelen in het apparaat beschadigen. Regelmatige reiniging voorkomt zoutafzetting en verlengt de
levensduur van deze componenten.
11.1
Centrifuge
•
De volgende handelingen moeten dagelijks worden uitgevoerd:
−
Controleer de slangen en hun aansluitingen. De slangen mogen niet gebarsten of verstopt zijn en
moeten stevig zijn aangesloten. Vergeet niet ook de oplossingsslang naar het deksel te controleren (afb.
7.1, pos. 1). De gebruikte zoutoplossing moet ongehinderd kunnen weglopen via de afvoerslang.
−
De centrifugekamer moet schoon zijn en vrij van opgedroogde zoutkristallen en andere afzettingen.
Reinig de centrifugekamer, de spatschermhouder en de spatschermkap met een vochtige doek of
spons. De spatschermhouder en de afdichtingsring kunnen voor reiniging uit de centrifugekamer worden
verwijderd (zie hoofdstuk 12.4 "Demontage van de spatschermhouder en spatschermkap"
−
Controleer het vulvolume van de zoutoplossing in de container
−
Het systeem moet worden gespoeld met gedestilleerd water om de vorming van zoutkristallen te
voorkomen (zie hoofdstuk 12.5, "Systeem spoelen met gedeïoniseerd of gedestilleerd water").
•
De slangen moeten schoon worden gehouden en vrij van opgedroogde zoutkristallen en andere afzettingen
zijn.
•
Het systeem moet regelmatig worden gereinigd (zie hoofdstuk Systeem met reinigingsoplossing reinigen").
Het wordt aanbevolen om minimaal één keer per week schoon te maken.
•
Reinig het centrifugehuis en de centrifugekamer regelmatig en indien nodig met zeep of een mild
schoonmaakmiddel en een vochtige doek. Dit dient voor de hygiëne, maar voorkomt ook corrosie door
vervuiling.
•
Ingrediënten van geschikte reinigingsmiddelen: zeep, anionogene oppervlakteactieve stoffen, niet-ionogene
oppervlakteactieve stoffen.
•
Verwijder na gebruik van reinigingsmiddelen de resten ervan met een vochtige doek.
•
De oppervlakken moeten onmiddellijk na het reinigen worden gedroogd.
•
Wrijf na elke reiniging de rubberen afdichting van de centrifugekamer licht in met talkpoeder of een
verzorgingsproduct voor rubber.
Hettich AG, Seestrasse 204a, 8806 Baech, Switzerland
moeten
bij
het
reinigen
van
bloedverwerkingsapparatuur
Gebruikershandleiding_Rotolavit II_en_Rotolavit II-S_nl_rev2.6
Pagina 43