Storingen oplossen
Overzicht van de meldingen
Oorzaak
Kortsluiting boilertemperatuursensor onder
58 Boilersensor boven
■
Wanneer uitsluitend de bovenste boilertemperatuur-
sensor aanwezig is: Geen tapwateropwarming
Wanneer een extra onderste temperatuursensor is
■
ingebouwd: Tapwateropwarming mogelijk, inschake-
len en uitschakelen via deze sensor
Oorzaak
Onderbreking boilertemperatuursensor boven
5A Boilersensor onder
Wanneer uitsluitend de onderste boilertemperatuur-
■
sensor aanwezig is: Geen tapwateropwarming
■
Wanneer bovendien een bovenste temperatuursen-
sor is ingebouwd: Tapwateropwarming mogelijk,
inschakelen en uitschakelen via deze sensor
Oorzaak
Onderbreking boilertemperatuursensor onder
60 Buffertemp.sensor
Bij kamerverwarming:
■
Buffer wordt eenmaal per uur verwarmd.
De verwarming wordt uitgeschakeld als de tempera-
■
tuur aan de retourtemperatuursensor secundair cir-
cuit de gewenste waarde voor de verwarming van de
buffer bereikt.
Oorzaak
Kortsluiting buffertemperatuursensor
63 Keteltemp. sensor ext.
■
Mengklep externe warmteopwekker opent volledig
onmiddellijk na het inschakelen van de externe
warmteopwekker.
■
Vorstbescherming van de externe warmteopwekker
is niet actief.
88
(vervolg)
Maatregel
Weerstandswaarde (NTC 10 k
klemmen X25.7/X25.8 controleren: Zie "Regelaar- en
sensorprintplaat".
Maatregel
Weerstandswaarde (NTC 10 k
klemmen X25.5/X25.6 controleren: Zie "Regelaar- en
sensorprintplaat".
Maatregel
Weerstandswaarde (NTC 10 k
klemmen X25.7/X25.8 controleren: Zie "Regelaar- en
sensorprintplaat".
Bij kamerkoeling met verwarmings-/koelwaterbuffer:
■
Verwarmingswater-/koelbuffer wordt eenmaal per uur
verwarmd.
De koeling wordt uitgeschakeld als de temperatuur
■
aan de retourtemperatuursensor secundair circuit de
gewenste waarde voor de koeling van de verwar-
mings-/koelwaterbuffer bereikt.
Maatregel
Weerstandswaarde (NTC 10 k
troleren: Zie "Regelaar- en sensorprintplaat".
) aan stekker F7 of op
Ω
) aan stekker F6 of op
Ω
) aan stekker F7 of op
Ω
) aan stekker F4 con-
Ω