7B10 Vrijgave min. temp.behoud ext. WE
De volgende componenten voor de hydraulische inte-
gratie van de externe warmtegenerator worden pas
aangestuurd als de ketelwatertemperatuur van de
ingestelde warmtegenerator "Min. aanvoertemp.
mengklep externe warmtegenerator OPEN 7B05"
bereikt heeft. Hierdoor wordt vermeden dat koud ver-
warmingswater in de installatieaanvoer of in de warm-
waterboiler terechtkomt.
■
Kamerverwarming:
Mengklem externe warmtegenerator wordt geopend.
■
Tapwaterverwarming:
Circulatiepomp voor de boilernaverwarming wordt
ingeschakeld.
Met de volgende instelwaarden kan het gedrag van
deze componenten vastgelegd worden als de ketelwa-
tertemperatuur tijdens de bestaande vraag van de
externe warmtegenerator "Min. aanvoertemp. meng-
klep ext. warmtegenerator OPEN 7B05" onder-
schrijdt.
7B11 Vrijgave keteltemperatuursensor
Waar-
Betekenis
de
"0"
Keteltemperatuursensor van de externe
warmtegenerator wordt door de warmtepomp-
regeling niet gebruikt.
"1"
Keteltemperatuursensor van de externe
warmtegenerator is op de warmtepomprege-
ling aangesloten en kan gebruikt worden.
Parametergroep externe warmteopwekker
!
Waar-
Betekenis
de
"0"
Mengklep blijft geopend en circulatiepomp
voor de boilernaverwarming blijft ingescha-
keld.
"1"
Mengklep gaat dicht. De circulatiepomp voor
de boilernaverwarming wordt uitgeschakeld.
Als de ketelwatertemperatuur "Min. aanvoer-
temp. mengklep ext. warmtegenerator
OPEN 7B05" opnieuw overschrijdt, worden
de componenten opnieuw aangestuurd.
!
221