Download Print deze pagina

Viessmann VITOTRONIC 200 WO1C Handleiding pagina 38

Verberg thumbnails Zie ook voor VITOTRONIC 200 WO1C:

Advertenties

Functiebeschrijving
Smart Grid
(vervolg)
Potentiaalvrij contact
1 (
)
2 (
)
C
D
X
X
X Contact actief
Contact niet actief
0
Aanwijzingen bij de functies 3 en 4
Aangezien stroomoverschot wordt gebruikt, wordt
het elektrisch opgenomen vermogen niet meegere-
kend voor de jaararbeidsfactor.
De gewenste temperaturen kunnen ook bij gebruik
van eigen stroom aangepast worden. Als gebruik
van eigen stroom en de functie
geldt telkens de hoogste aanpassing van de
gewenste waarde: zie hoofdstuk "Fotovoltaïsch sys-
teem".
Extra verwarmingen
Kamerverwarming
Als extra verwarming voor de ruimteverwarming kan
een CV-water-doorstroomtoestel en/of een externe
verwarmingstoestel worden gebruikt. Beide apparaten
worden aangestuurd door de warmtepomprege-
ling. "Voorrang externe verwarmingstoestel/CV-
water-doorstroomtoestel 7B01 " legt vast welke
warmtebron de warmtepompregeling bij verhoogde
warmtevraag in de CV-circuits met voorrang inscha-
kelt.
38
Functie
4
De installatiecomponenten worden tot de ingestelde max. temperaturen ver-
warmd of tot de min. temperaturen gekoeld. De compressor schakelt onmiddel-
lijk in, ook als er geen periode in het tijdprogramma actief is.
Max. temperaturen voor verschillende functies:
Tapwaterverwarming:
"Max. warmwatertemperatuur 6006"
Verwarming buffer:
"Max. temperatuur buffer 7204"
Kamerverwarming:
"Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit 200E"
Kamerkoeling:
"Minimale aanvoertemperatuur koeling 7103"
Om de max. temperaturen te bereiken, mag het verwarmingswater-door-
stroomtoestel ingeschakeld worden. De max. trap is instelbaar ("Smart Grid
vrijgave E-verwarming 7E82").
Op de overige extra verwarmingen, bijv. externe warmtegenerator, hebben de
max. gewenste temperaturen geen invloed. De extra verwarmingen worden
uitgeschakeld bij de grenzen, die zonder Smart Grid gelden.
De installatiecomponenten worden achtereenvolgens volgens de vastgelegde
prioriteiten verwarmd of gekoeld, bijv. tapwaterverwarming voor kamerverwar-
ming.
De "Uitschakelgrens warmtepomp bivalente werking 7B0F" wordt naar
30 °C verschoven, zodat de warmtepomp ook bij lage buitentemperaturen in
werking blijft.
tegelijk actief zijn,
3
Opmerking
Het gebruik van een CV-water-doorstroomtoestel en/of
een externe verwarmingstoestel is niet mogelijk bij alle
warmtepompen.
Tapwaternaverwarming
Zie hoofdstuk "Tapwaternaverwarming met extra ver-
warmingen" op pagina 43.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vitotronic 200Wo1c